Scott Dixon heeft in de knotsgekke Indycar-finale in St. Petersburg, Florida zijn zesde Indycar-titel veiliggesteld, ondanks dat rivaal Josef Newgarden met de zege aan de haal ging. De Nederlandse Rookie of the Year Rinus VeeKay finishte als vijftiende in een race waarin hij met wat meer geluk het podium had kunnen halen.

VeeKay, die als negende was gestart, klom door een vroege pitstop namelijk op naar de vierde plek. Na de eerste neutralisatie-periode, nodig na een crash van Will Power, verloor hij twee plekken aan Newgarden en Jack Harvey. Tijdens de kort daaropvolgende tweede caution stopte VeeKay nogmaals en kwam weer naar buiten als twintigste.

Bij de herstart ging het daarna mis voor VeeKay, die zijn kans op een goede klassering zag verdampen toen de uit de Australische Supercars overgekomen debutant Scott McLaughlin voor zijn neus spinde en hij hem niet kon ontwijken. Met veel vertraging en na een stop voor een neuswissel, reed VeeKay verder een verloren race.

Lees ook: Trotse VeeKay treedt met Rookie of the Year-titel in voetspoor Luyendyk en Doornbos

Vooraan het veld stond voor het grootste deel van de wedstrijd geen maat op Alexander Rossi, tot de Amerikaan in de fout ging en zichzelf uitschakelde met een spin en crash in de muur. Na weer een chaotische herstart reed James Hinchcliffe na een spin tegen Harvey aan. De chaos was compleet toen tijdens de volgende neutralisatie de regen naar beneden kwam.

Dixon aast op nummer zeven

Met het mes tussen de tanden schoot Newgarden bij de volgende herstart van P3 naar de leiding. Dixon volgde echter goed in zijn spoor en schoof door van vijf naar drie. Voor het gevecht verder kon gaan, was wéér een neutralisatie nodig na een botsing in de middenmoot. Bij de laatste hervatting maakte Pato O’Ward het Newgarden nog lastig, maar slaagde er niet in hem nog te verrassen.

Newgarden claimde zo de zege, maar Dixon dus de titel. Nummer zes, voor de veertigjarige Nieuw-Zeelander, die nog niet van stoppen wil weten. “Zes is mooi, maar zeven is mooier”, knipoogde hij na afloop. De coureur van Ganassi gaf nog wel alle credits aan Penske-rivaal Newgarden, die het kampioenschap nog flink spannend maakte met een forse inhaalslag.

VeeKay: ‘Podium was mogelijk’

Uiteindelijk bleek de straatlengte voorsprong die Dixon begin 2020 had opgebouwd – met drie zeges in de eerste drie races – genoeg om zijn titel in de straten van St. Pete veilig te stellen. De Rookie of the Year-titel ging zoals gezegd naar VeeKay. “Daar ben ik heel blij mee.” Maar met de race veel minder. “Want alles waarvan we wilden dat het niet zou gebeuren, gebeurde.”

“We waren super snel, maar hadden pech met de eerste neutralisatie. Daarna zat ik in de middenmoot en toen McLaughlin spinde kon ik hem niet ontwijken. Het was daarna zaak de auto thuis te brengen.” Jammer, resumeert hij: “Want ik denk dat het podium er anders in had gezeten.” Volgend jaar krijgt VeeKay een nieuwe kans, hij heeft voor 2021 immers al bijgetekend bij Ed Carpenter Racing.

Lees ook: Indycar: Rookie of the Year VeeKay blijft in 2021 bij Ed Carpenter Racing