Red Bulls nieuwe aanwinst Sergio Pérez weet dat hem een flinke uitdaging wacht in de teamstrijd met Max Verstappen, met de Nederlander die in zijn ogen misschien wel de snelste coureur op de grid is.

Dat stelt Pérez – wiens voorgangers Pierre Gasly en Alexander Albon een zeer zware dobber hadden aan Verstappen – in een video-interview van Red Bull zelf.

Hoewel de Mexicaan zijn geloof in eigen kunnen niet onder stoelen of banken steekt (‘als we een auto hebben die de titel kan winnen, zorg ik ervoor dat we de titel winnen’) erkent hij ook dat hem in Verstappen een teamgenoot van de buitencategorie wacht.

Lees ook: Pérez vol vertrouwen: ‘Als de auto goed genoeg is, zorg ik dat Red Bull de titel wint’

“Het wordt een enorme uitdaging”, zegt hij over het feit dat hij nu de strijd aan moet met de tienvoudig racewinnaar, die al sinds 2016 voor Red Bull rijdt. “Iedereen weet immers hoe getalenteerd en snel Max is, hoeveel hij de afgelopen jaren is gegroeid en hoe compleet hij nu is als coureur”, haalt Pérez aan.

“Max is zonder twijfel één van de beste en snelste coureurs op de grid, als hij niet al de snelste is”, meent Pérez, “daarnaast zit hij al lang bij het team en weet hij wat hij van de auto wil. Vandaar: een enorme uitdaging, maar ik zie er naar uit met hem samen te werken en het team samen vooruit te pushen.”

Die laatste uitspraak wijst er wel op dat Pérez zich ondanks zijn eigen ambitie (‘hopelijk krijgen we het Mexicaanse volkslied dit jaar vaak te horen!) ook beseft dat hij een teamspeler moet zijn. Red Bull heeft hem immers ook gehaald om Verstappen rugdekking te geven in een hopelijke titelstrijd.

Pérez met Red Bulls technisch directeur Adrian Newey (links) en teambaas Christian Horner (rechts).

“Ik ben erg benieuwd naar de nieuwe auto en hoe competitief we daarmee zijn. We moeten het gat naar Mercedes dichten; hopelijk kunnen we ze regelmatig met beide auto’s verslaan en het ze moeilijk maken. Dat zou ook voor een betere show voor de Formule 1 zorgen.”

Lees ook: Honda zet alle zeilen bij in laatste seizoen: ‘De titel blijft het doel’