Hij kwam vers van de technische universiteit van Cranfield bij Renault-voorloper Lotus F1 terecht en is er sindsdien niet meer vertrokken. Karel Loos werkte zich op van performance- tot race-engineer en was in die rollen nauw betrokken bij onder meer Kevin Magnussen, Jolyon Palmer, Carlos Sainz en nu ook Daniel Ricciardo. 

Lees ook: Renault-teambaas Abiteboul moet tattoo laten zetten als Ricciardo podium pakt

Loos weet dan ook als geen ander dat geen coureur hetzelfde is, de verschillen tussen Sainz en Ricciardo bijvoorbeeld zijn duidelijk. “Sainz is”, illustreert Loos in gesprek met FORMULE 1 Magazine, vrij technisch: “Hij was zeer betrokken bij het afstellen en alle mapping waar we mee werken – de elektronische kant van de auto wordt veel gebruikt om de balans bij te sturen – en probeerde alles tot in de puntjes te begrijpen. Zodoende was hij snel op dreef toen hij in 2017 in Amerika bij ons instapte en gelijk zevende werd. Dat had niemand verwacht.”

“‘Voor Daniel is het iets meer uitleggen: ‘we verwachten dat deze verandering dit doet’, maar hij heeft altijd wel vertrouwen in wat we doen. Het is wat minder ‘technisch’ met hem, maar daar stel je je op in. Begin 2019 was het daarom even wat moeilijker met hem, het was even aanpassen. Ik denk echter ook dat het moeilijker is om zoals Daniel van een goede auto over te stappen naar een wat mindere, terwijl het voor Carlos andersom was.”

Lees ook: Sainz opgelucht: ‘We kunnen nu met vertrouwen naar de volgende races’

“We merkten met Daniel gelijk dat hij minder technisch is dan Carlos, maar hij heeft wel een hele goede feel voor de auto. Beter dan Carlos in het begin bij ons had, denk ik.”

In de nieuwe editie van FORMULE 1 Magazine lees je het gehele interview met Karel Loos. Daarin vertelt hij honderduit over zijn voorbereide zinnetjes voor Ricciardo, zijn historie als chauffeur van een takelwagen en of hij in 2021 de engineer zal zijn van Fernando Alonso. Editie 11 ligt nu in de winkel of is hier te bestellen.