Rinus ‘VeeKay’ van Kalmthout staat deze zondag voor de derde keer aan de start van de illustere Indy 500 – en start voor de tweede keer op rij als derde. Het Nederlandse racetalent (21) maakt al sinds zijn debuut indruk in de Indycars, waarbij hij altijd nóg iets extra’s lijkt te brengen op de historische autosportgrond van de Indianapolis Motor Speedway. “Het natuurlijke talent dat Rinus heeft, kun je iemand niet aanleren.”

Ed Carpenter heeft een probleem. Een luxeprobleem, maar toch. De 41-jarige Amerikaan, een zoon van Indianapolis en door familiebanden nauw vervlochten met de misschien wel beroemdste race ter wereld, is de naamgever en teambaas van Ed Carpenter Racing, waar Van Kalmthout voor rijdt. Carpenter wil Van Kalmthout, wiens contract eind dit jaar afloopt, graag houden. Hij ziet de snelle Hoofddorper als steunpillaar om het team omheen te bouwen en de strijd aan te gaan met traditionele grootmachten als Penske, Ganassi, Andretti Autosport en het opkomende Arrow McLaren SP. Zijn probleem, zodoende? “De beste manier om Rinus te houden is door succesvol met hem te zijn.” Maar: “Door dat te doen wordt Rinus ook een grotere ster en zet zichzelf verder op de radar bij teams die interesse in hem hebben.”

Van Kalmthouts kwalificatieoptreden een weekend geleden op Indianapolis was een perfect voorbeeld. In de zaterdagkwalificatie was hij veruit het snelst, met een gemiddelde snelheid (aan de hand waarvan op Indy de startvolgorde wordt bepaald) die bijna genoeg was om een al 26-jaar op Indianapolis staand snelheidsrecord van Arie Luyendyk te bedreigen. In het met Amerikaans gevoel voor drama tot Fast 6 bestempelde laatste kwalificatiedeel op zondag moest Van Kalmthout zijn meerdere erkennen in twee coureurs van Ganassi – waaronder de levende legende Scott Dixon, die pole pakte – maar hij staat nog altijd op de snelste eerste startrij ooit uit de Indy 500-geschiedenis.

Lees ook: Indy 500: Van Kalmthout pakt plek op eerste rij, Dixon dendert naar indrukwekkende pole

Natuurlijke gave

“Spannend, maar ook leuk. Zeker als het goed gaat met zo’n sterke auto”, vat Van Kalmthout zijn kwalificatie samen. Kwalificeren op de oval (kombaan) van Indianapolis met, in het geval van Van Kalmthout, een gemiddelde snelheid van meer dan 375 kilometer per uur, is precisiewerk op hoge snelheid. Het ís niet alleen maar vier keer naar links sturen en gas geven, ook al is ‘vol gas gaan’ zoals Van Kalmthout aangeeft wel het devies. “Je moet echter telkens op de limiet van de grip zitten. Je bent constant bezig de auto op de baan te houden, terwijl je steeds aanpassingen voor de setup op je stuur maakt. Het gaat echt heel erg om gevoel.”

Dit gevoel, verduidelijkt Carpenter, is iemand niet aan te leren. De Amerikaan kan het weten: hij stond zelf drie keer op pole voor de Indy 500 en is als ‘parttimer’ ook dit jaar weer als teamgenoot van Van Kalmthout ingestapt. Carpenter was slechts een fractie trager en begint de race als vierde. Als Indy-specialist ziet hij al drie jaar lang steeds weer iets speciaals als Van Kalmthout op het iconische circuit onderweg is. “Ja”, laat hij daar geen twijfel over bestaan. “Dat komt denk ik omdat Rinus zich op zijn gemak voelt op deze baan en weet hoe je ervoor zorgt dat een auto er snel gaat. Hij heeft daar een natuurlijke gave voor.”
(tekst loopt door onder de foto)

Van Kalmthout voert een rijtje auto’s aan tijdens een training op IMS. Foto: Penske Entertainment.

Wat Van Kalmthout verder iets extra’s geeft, weet Carpenter, is zijn mentor. De eerder genoemde Arie Luyendyk, tweevoudig winnaar van de Indy 500. “Arie is één van de snelste coureurs die ooit over ‘de Speedway’ is rondgegaan.” Van Kalmthout zelf zegt ook veel van zijn leermeester te leren. “Na die kwalificatie zaterdag gaf hij me wat tips voor zondag, over hoe ik mijn rondjes kon rijden zonder te veel snelheid te verliezen. Hij was verder heel blij voor me.” Dat was Carpenter natuurlijk ook: Van Kalmthout was voor het derde jaar op rij de snelste coureur met een Chevrolet-motor, wat belangrijk is voor de motorstrijd die in de Indycars woedt tussen Honda en Chevy, en hoe ECR er binnen het Chevrolet-kamp op staat.

Lees ook: ‘We houden van winnaars’: hoe Van Kalmthout de Indycar-top bestormt

21-jarige veteraan

Dat Van Kalmthout zo’n hoofdrol speelt bij ECR en binnen de Chevrolet-stallen, klinkt misschien gek voor een pas 21-jarige coureur, al ziet zijn teambaas hem al lang niet meer als rookie. “Rinus wordt steeds beter, volwassener en neemt zijn werk zeer serieus. Daarnaast bouwt hij op Indianapolis steeds meer een ‘database’ met kennis en herinneringen op en weet steeds beter wat hij nodig heeft. Hij oogt op Indy inmiddels meer als een veteraan dan jonge coureur.” Toen hij hem eind 2019 vastlegde, had Carpenter al een niet zo stil vermoeden dat Van Kalmthout een topper zou worden. “Ik hield hem al langer in de gaten. De eerste keer dat hij voor ons testte, was gelijk duidelijk hoeveel talent hij had.”

“Natuurlijk valt er als jonge coureur nog altijd wat te leren”, verwijst Carpenter naar hoe zijn pupil de afgelopen twee en een half jaar ook ups and downs heeft meegemaakt, “maar die snelheid en dat natuurlijke talent dat hij heeft, dát kun je iemand niet aanleren.” Carpenter heeft het ook eerder gezien. Bijvoorbeeld bij Josef Newgarden, de inmiddels tweevoudig Indycar-kampioen die eerst voor ECR reed, maar zijn titels daarna voor zijn huidige werkgever Penske won. Dat grotere teams er met door renstallen als ECR fijngeslepen talenten vandoor gaan, is wel eens frustrerend. “Dat kan het zijn. Dat hebben we met Josef meegemaakt, maar we moeten zien hoe het met Rinus gaat.”

“Uiteindelijk plannen wij voor een lange relatie met Rinus, zoals Dixon bij Ganassi heeft of Josef nu bij Penske. We willen samen iets opbouwen voor de lange termijn.” Van Kalmthout zelf zegt nog niet met zijn toekomst bezig te zijn, hoewel hij toegeeft dat het ‘je vertrouwen een boost geeft om gewild te zijn’. Een van de teams die haar pijlen op hem gericht zou hebben, is Arrow McLaren SP. Van Kalmthout vertelde Jenna Fryer van Associated Press vrijdag echter dat hij pas vanaf 1 augustus met andere teams mag praten, en het waardeert dat Carpenter hem eind 2019 een kans heeft gegeven: “Ed was toen de enige.”
(Tekst loopt door onder de foto)

Teambaas en teamgenoot Ed Carpenter met Rinus van Kalmthout. Foto: Motorsport Images.

Lees ook: Belangrijke ‘Month of May’ begonnen voor gewilde en in vorm verkerende Van Kalmthout

Hoofdnummer

Voor het tijd is om aan zijn toekomst te denken, wacht Van Kalmthout met ‘de 500’ sowieso eerst nog het hoofdnummer van het Indycar-seizoen. Hij mag volgens zijn teambaas en teamgenoot inmiddels vrijwel een veteraan zijn, enige zenuwen zijn hem nog altijd niet vreemd. “De vorige keren was ik zondag best zenuwachtig. Al zakt die spanning gedurende de dag wel weg. De opbouw naar de race is immers lang en de race begint op zich ‘rustig’. De pace bouwt zich geleidelijk op tijdens die 200 ronden. Pas de laatste 20, 30 ronden gaat het er echt om. Maar dat je zenuwen voelt”, zegt hij, “lijkt me ook wel gezond.”

De Indy 500 is immers Amerika’s grootste autosportpodium. Van Kalmthout kan zich er zomaar nóg meer in de etalage zetten, beseft Carpenter. Al kent hij totaal geen dubbele gevoelens wat zijn luxeprobleem betreft: hij wil Van Kalmthout gewoon zien presteren. “Zolang we Rinus laten zien dat hij zijn ambities hier waar kan maken, is er geen reden voor hem om ergens anders heen te gaan.”

De Indy 500 is zondag 29 mei vanaf 18:35 te zien bij Ziggo Sport (Select). Ziggo Sport Racing begint om 17:00 uur met uitzenden.

Rinus van Kalmthout staat voor de derde keer aan de start van de Indy 500, die hij voor de tweede keer als derde begint. Foto: Penske Entertainment.