Duurzaamheid is een belangrijk topic voor de internationale autosportbond, maar FIA-president Jean Todt vindt toch dat de Formule 1-auto’s van topteams als Mercedes en Ferrari te betrouwbaar zijn.

Dat verklaart hij ten overstaan van het Duitse Auto Bild als volgt: “Het kost geld. Telkens dingen testen, simuleren, het is gewoon te veel”, zegt hij over hoe met name Mercedes en Ferrari – er door Todt specifiek uitgelicht – over ’te betrouwbare’ bolides beschikken.

“Lewis Hamilton heeft in alle twintig Grands Prix punten gepakt. Sebastian Vettel is in Singapore uitgevallen, maar dat kwam door een crash, dus hij is eigenlijk maar één keer door technische pech uitgevallen en dat was in Japan”, luidt de korte opsomming van Todt.

Een zeldzaam beeld in 2017: een Mercedes met (motor)pech.

Hamiltons teamgenoot Valtteri Bottas viel in de andere Mercedes één keer uit: in Spanje, met motorpech. Bij Ferrari wist Vettels teamgenoot Kimi Räikkönen drie keer de finish niet te halen – twee keer door een botsing bij de start en één keer door schade na een botsing. Räikkönen verscheen echter één keer niet eens aan de start, door motorpech onderweg naar de grid in Maleisië.

“Ik blijf erbij, de auto’s van Mercedes en Ferrari waren te betrouwbaar”, stelt Todt. De FIA-president vindt niet alleen dat al het werk om de betrouwbaarheid te verbeteren te veel geld kost, maar is ook van mening dat het de sport niet ten goede komt. De nagenoeg onfeilbare betrouwbaarheid is volgens hem ‘niet nodig om een goede sport te hebben’. “In tegendeel.”

FIA-president Todt.

Motorregels
Wat de betrouwbaarheid mogelijk zal schaden, is de reglementswijziging waardoor elke coureur in seizoen 2018 nog maar drie motorexemplaren mag gebruiken, in plaats van vier zoals in 2017. Dit is een omstreden verandering, ook omdat wordt gevreesd voor extra gridstraffen voor motorwissels en het nog meer sparen van materiaal, maar volgens Todt komt de aangescherpte limiet er gewoon.

Wat er ook gewoon gaat komen, zo benadrukt hij, is de nieuwe motorformule voor 2021 en daarna. De exacte invulling daarvan staat nog niet vast, maar de huidige motoren zijn ook volgens Todt ’te duur, te ingewikkeld en te stil’. “We kunnen wel op de huidige basis voortborduren”, sluit Todt die mogelijkheid echter niet uit. “We zijn daar nu met de motorfabrikanten over in gesprek. Dat proces loopt nog.”