Ferrari-teambaas Mattia Binotto haalt sinds de wintertest van Barcelona al aan dat de SF1000 nog niet is wat hij moet zijn. Dat bleek zaterdag in de kwalificatie, de P7 van Charles Leclerc en de P11 van Sebastian Vettel waren Ferrari-onwaardig. Mercedes-collega Toto Wolff kan Binotto’s excuses niet meer horen. 

“Ik wil er niets over zeggen, ik denk dat alles wel gezegd is”, reageerde Wolff toen hem werd gevraagd of het toeval was dat iedereen behalve Ferrari en de klantenteams vooruitgang hebben geboekt ten opzichte van 2019. “Ik wil niet meer over Ferrari praten, dit gaat meer over de manier waarop dingen behandeld worden. Laten we het daar niet weer over hebben, alles is over en weer wel besproken.”

Lees ook: Vettel verrast door Q2-exit: ‘We dachten dat we wel wat sneller waren’

Wolff lijkt te wijzen op de motor-saga rond Ferrari vorig jaar. Ferrari had in 2019 een enorm voordeel qua topsnelheid maar dat verdween als sneeuw voor de zon na een technical directive van de FIA. Ferrari en de FIA sloten vervolgens een akkoord over veranderingen aan de motor, waarvan de inhoud ondanks aandringen van de andere teams nooit bekend is gemaakt. Ferrari worstelt sindsdien, Binotto weet de achterstand aan een ontwerpfout in de aerodynamica.

Het team is een stap teruggegaan in het ontwerpproces en hoopt met updates in Hongarije over twee weken weer vooruitgang te boeken. Vandaag was Ferrari op de rechte stukken uitermate zwak, net als Haas en Alfa Romeo. “Ze waren niet geweldig vandaag, we willen dat ze competitief zijn en met ons strijden, onder dezelfde regels”, sprak Wolff, nadat zijn Mercedes zaterdag een één-twee had gepakt. “Niets zou me blijer maken dan drie of vier sterke teams waarmee we knokken.”

Lees ook: Bottas verslaat Hamilton nipt in gevecht om pole, gat naar Verstappen groot

“Het is niet zo dat Ferrari het probleem wijt aan de aerodynamica, Mattia doet dat. En ik kan het niet meer aanhoren. Ik zou iedereen bij Ferrari graag willen opvrolijken, omdat het een fantastisch bedrijf is met fantastische mensen. Maar ik zie geen reden om Mattia op te vrolijken.”