Stoffel Vandoorne legt zich erbij neer dat hij waarschijnlijk nooit meer een kans in de Formule 1 krijgt. De 29-jarige Belg heeft daar vrede mee: “Mijn toekomst ligt in de Formule E en de langeafstandsracerij.”

Stoffel Vandoorne kende een sterke opmars op weg naar de Formule 1. In 2014 werd hij in zijn eerste jaar in de GP2, nu de Formule 2, twee achter Jolyon Palmer en een jaar later kroonde hij zich tot kampioen in die klasse. Hij moest vervolgens een jaar langs de zijlijn toekijken als testcoureur van McLaren, maar mocht in 2017 instappen voor het echte werk. Als teamgenoot van Fernando Alonso bij het worstelende McLaren-Honda kon Vandoorne niet zo’n indruk maken als in de GP2. Hij kreeg in 2018 nog een kans, maar in 2019 zou Lando Norris zijn stoeltje overnemen en zo kwam er snel een einde aan het Formule 1-avontuur van Vandoorne.

Vandoorne richtte zich daarna op de Formule E, de elektrische raceklasse, en de langeafstandsracerij. De 29-jarige Belg is nu teamgenoot van Nyck de Vries bij het fabrieksteam van Mercedes in de Formule E. Hij hoopt dat hij nog een kans krijgt in de Formule 1, maar weet ook dat die kans nu uitermate klein is. “Natuurlijk zou ik nog een kans wagen in de Formule 1, maar dan wel op de juiste voorwaarden”, vertelt Vandoorne aan RTBF. ‘Ik ben realistisch genoeg om het te weten: ik zal waarschijnlijk nooit meer een kans krijgen in de hoofdklasse. Ik heb daar geen probleem mee. Mijn toekomst ligt in de Formule E en de langeafstandsracerij.”

Lees ook: McLaren in gesprek met Mercedes om overname Formule E-team

“Er zijn niet veel mogelijkheden om Formule 1 te rijden”, weet Vandoorne. “En ondanks mijn situatie bij McLaren, kon ik zo’n kans op dat moment niet laten schieten. Helaas kwam ik bij het team in een fase waarin de auto niet competitief was en het team politiek instabiel was”, doelt hij op de spanningen met motorleverancier Honda, waar met name Alonso kritiek op uitte. Vandoorne maakte er geen geheim van dat hij zich benadeeld voelde bij McLaren en gaf regelmatig aan dat de voorkeur binnen het team naar Alonso ging. “Ik heb nooit problemen met hem gehad, maar hij kreeg altijd alles wat hij wilde.”