Na een reeks stroeve jaren, was 2019 voor McLaren het begin van de langverwachte wederopstanding. De manier waarop de gevallen gigant de rug rechtte, was één van de feel good stories van het jaar. Het beloofde veel voor 2020, maar door de coronacrisis lijkt het ineens een valse dageraad.

Dat McLaren in 2017 in haar traditionele papaya-oranje aan de start verscheen, was in veel opzichten meer dan teruggrijpen naar het verleden. Het kleur bekennen stond voor een nieuw tijdperk voor de jaren ervoor steevast in uiteenlopende tinten corporate grijs gestoken formatie. Met het gedwongen vertrek van opperhoofd en control freak Ron Dennis, die de touwtjes enkele jaren ervoor hardhandig weer in handen had genomen, maar het maar niet lukte het team terug aan de top te krijgen.

Onder Zak Brown, Gil de Ferran en later ook Andreas Seidl gooide McLaren het roer om. Het drukte er een peperdure scheiding met motorpartner Honda door (prijskaartje naar verluidt 100 miljoen dollar), en kocht Dennis stapsgewijs uit voor (wederom, naar verluidt) 333 miljoen. Tegelijkertijd investeerde McLarens grootaandeelhouder Mumtalakat uit Bahrein flink in het team én werd er flink geleend. Dure geintjes, maar ze leken zich uit te betalen. 2019 was McLarens beste jaar in jaren.

Teambaas Andreas Seidl met aandeelhouder Mansour Ojjeh en CEO Zak Brown.

Geen cash door corona

Iets meer dan drie maanden nadat McLaren zich vanwege een positief op corona getest teamlid terugtrok uit de Grand Prix van Australië, lijkt dat eerste coronageval een waarschuwingssignaal geweest voor wat zou komen. De economische gevolgen van de coronacrisis hebben een verstikkend effect gehad op de cash flow van de overkoepelende McLaren Group, die is opgedroogd. Vooral de auto-tak, voorheen een grootverdiener voor de firma uit Woking, heeft een harde klap gekregen.

Met een reeks recordjaren achter de rug, produceerde McLarens straatauto-afdeling in rap tempo door voor 2020, maar sinds het toeslaan van het coronavirus staan de blinkende bolides in showrooms te verstoffen. Met catalogusprijzen van enkele tonnen zijn het ook (met alle respect) geen Dacia Sandero’s die bij de dealers blijven staan. De luxeproducten bij uitstek kosten een flink duit om te maken, en de facturen van leveranciers staan nog open, meldt Forbes.

Lees ook: Reorganisatie bij McLaren: 1200 medewerkers op straat

McLaren zelf hield zodra de crisis toesloeg de hand al op bij de Britse overheid, maar kreeg nul op het rekest. Een al geplande kapitaalinjectie a 360 miljoen dollar vanuit Bahrein, oorspronkelijk bedoeld om te herstructureren, werd al opgegeten door de geldverslindende pandemie. Bedrijfsbreed wil het daarom 1200 medewerkers laten gaan, en nog heeft McLaren geld nodig. Zo wordt gedacht aan een aandelenverkoop in McLaren Racing, waar het Formule 1-team onder valt, of een flinke lening.

Gaat McLaren haar rijke geschiedenis gebruiken om een lening af te sluiten? Foto: McLaren Media.

Klassiekers als onderpand

Dat Zak Brown namens het team lobbyde voor een zo laag mogelijke budget cap voor 2021 (hij vroeg om 100 miljoen dollar, het werd 145) was een teken aan de wand. Om het simpelweg tot en met 2021 te redden, heeft de McLaren Group nu al 350 miljoen dollar nodig, schrijft het aan de rechtbank te midden van een complexe zaak waarin het haar fabriek en collectie klassieke Formule 1-auto’s als onderpand wil gebruiken om een lening te sluiten.

Lees ook: ‘McLaren wil 20-30% van F1-team verkopen om miljoenen binnen te halen in coronatijd’

Dat McLaren via de rechtbank aan een lening moet komen, met een groep aandeelhouders die dwarsligt, zegt genoeg over hoe complex de kwestie is. Al is die volgens McLaren tot één feit terug te brengen: corona. Zorgwekkend is dat de McLaren Groups cijfers over het eerste financiële kwartaal pas net binnen zijn, met een verlies van meer dan 160 miljoen dollar, en we middenin een tweede kwartaal zitten dat cijfers belooft die met een nog dieper rode pen geschreven zullen worden.

Race tegen de klok?

McLaren stelt dat de vereiste 350 miljoen dollar ‘uiterlijk 17 juli’ op de rekening moet staan, maar er uiterlijk de 10e uitsluitsel moet zijn. Tegen die tijd hebben we de eerste race van 2020 eindelijk achter de rug en weten of McLaren haar goede 2019 in sportief opzicht inderdaad een vervolg kan geven, in afwachting van de volgende stap met de komst van Daniel Ricciardo en Mercedes-motoren in 2021. Het is te hopen dat McLaren dat redt, en de wederopstanding niet tot een nóg dieper dal leidt.

Met McLarens oranje dageraad hangt inmiddels vooral onzekerheid in de lucht.