De start van Daniel Ricciardos avontuur bij McLaren gaat niet over rozen. In zes races veroverde hij 26 punten, 40 minder dan zijn teamgenoot Lando Norris. Desondanks maakt niemand in zijn nieuwe team zich zorgen, vooral hij zelf niet.

Een zesde plaats, beter is Ricciardo in zes races nog niet gefinisht. En dat terwijl zijn teamgenoot Norris al twee twee keer op het podium heeft gestaan. Voor de Australiër is het een harde gewaarwording, maar niet één waar hij ’s nachts wakker van ligt. “Ik ben hier eerder geweest”, zegt hij op formula1.com. “Of het nu op dit niveau is of niet, of het nu in de F1 was of niet. Je ziet altijd wel hoogte- en dieptepunten.”

The honeybadger geeft te kennen niet altijd even veel liefde voor Formule 1 te voelen. “Minstens één keer per jaar ben ik deze sport zat”, zegt hij. “Maar het goede aan mij is dat ik maandagochtend altijd wakker kan worden en weer op volle kracht vooruit kan. Ik zal verdrietig zijn op een zondagavond als dat moet, maar dan word ik maandagochtend wakker met een frisse motivatie.”

Lees ook: Verstappen geniet van rugdekking Pérez: ‘Een voorbeeld van hoe het moet’

Ondanks de matige prestaties van hun nieuwe coureur tot op heden, zijn er ook bij McLaren nog geen alarmbellen gaan rinkelen. De Britse renstal put vertrouwen uit het feit dat Ricciardo het al tien jaar laat zien bij vier verschillende teams. McLaren gelooft dat Ricciardo gewoon wat meer tijd nodig heeft. In het verleden heeft hij zich altijd bewezen.

Ricciardo heeft ook niet veel tijd gekregen om te wennen aan zijn nieuwe auto. Een wintertest van slechts anderhalve dag per coureur en de verkorte vrije trainingssessies dit seizoen hielpen hem niet bepaald in het zadel. De MCL35M is bovendien een lastige auto. “Toen ik voor het eerst met de auto reed dacht ik ‘oké, dit is wel even anders'”, vertelt Ricciardo. “Maar daar werd ik niet door ontmoedigd. Ik zei gewoon tegen mezelf: ‘Ik zal het moeten uitzoeken. Als ik meer ronden rijd, komt het vanzelf’.”

(Photo by Mark Sutton / Sutton Images)

Een opsteker voor Ricciardo is dat ook Norris heeft aangegeven moeite te hebben met de nieuwe McLaren. Toch heeft de Brit de auto duidelijk beter onder de knie dan Ricciardo, die er toch wat harder voor lijkt te moeten werken. “Het is nog niet gekomen door alleen maar rondjes te rijden. Ik heb een paar dingen moeten aanpassen aan mijn rijstijl om de auto te helpen. Ik probeer dat nog steeds voor elkaar te krijgen.”

Lees ook: Aston Martin schrijft vacatures uit: ‘Zoeken mensen die op het hoogste niveau willen racen’

Aan hulp ontbreekt het in ieder geval niet. Vanaf dag één heeft McLaren er alles aan gedaan om Ricciardo zich thuis te laten voelen bij zijn nieuwe team en vice versa. “Ik voel me erg op mijn gemak bij het team”, zegt de zevenvoudig Grand Prix-winnaar. “We hebben allemaal een goede relatie. We hebben veel werk verzet voor het seizoen, dus het belangrijkste is dat ik nu op snelheid kom. En daarmee bedoel ik dat ik me comfortabel voel om ermee te rijden zoals je zou moeten rijden met de auto.”

Dat Norris dat op het moment beter doet dan hijzelf, zit Ricciardo niet mee. “Het laat zien dat de auto snel genoeg is”, zegt hij. “Als ik het goed doe, zijn er podiums beschikbaar in bepaalde races, dus dat is bemoedigend. Ik zie het niet als iets negatiefs. Het zorgt ervoor dat ik beter wil worden.” Ricciardo wil zich meten met de besten. Volgens hem is het hebben van een sterke teamgenoot daarom alleen maar een voordeel. “Het zal helpen en het toont ook mijn zwakke punten. Daar kan ik aan werken en een nog completere coureur worden. Ik zie het zeker niet als een bedreiging.”

(Photo by Zak Mauger / LAT Images)

Maar het nieuwe team is natuurlijk niet het enige dat is veranderd voor Ricciardo het afgelopen jaar. Door de heersende coronapandemie heeft de Australiër zijn familie al een jaar lang niet kunnen bezoeken. “Tijd met mijn gezin is wat ik het meest mis”, zegt hij. “Nu meer dan ooit benadrukt het dat voor coureurs die niet uit Europa komen, dit extra dingen zijn waar we mee te maken hebben. Mensen vergeten dat soms.”

Lees ook: Herbert rekende niet op poles Leclerc: ‘Wie weet verrast Ferrari ons nog eens’

Ricciardo vertrok naar Europa toen hij 17 jaar oud was, om aan de andere kant van de wereld zijn droom te verwezenlijken. “Andere coureurs hier op de grid wonen misschien niet meer thuis, maar ze zijn een uurtje rijden of een uur vliegen verwijderd van hun ouders”, zegt hij. “Ik heb nooit heimwee gehad, ik heb het goed gehad sinds ik het huis verliet. Ik denk dat dat komt omdat ik zo gedreven ben, maar ik denk dat dit jaar me zal testen. Een jaar is lang en het zal waarschijnlijk 18 maanden duren voordat ik ze weer zie.”

Ricciardo wil de beste zijn. Hij weet dat hij talent heeft en heeft zijn familie bijna vijftien jaar geleden achtergelaten om dat te bewijzen. Dus wanneer hij het niet laat zien, doet dat pijn. Maar het is die honger om te slagen en standvastige vastberadenheid die McLaren zo in hem geïnteresseerd maakte. En zolang beide partijen daar in blijven geloven, raakt er niemand in paniek. Achter de lach van Ricciardo gaat een hoop schuil, maar geen onzekerheid.