Nou, dat was een behoorlijke knaller, al begrijp ik dat jullie hem niet op televisie hebben gezien. Als het tien jaar geleden gebeurd was, dan had ik wel een paar weken in de lappenmand gezeten, maar gelukkig zijn de auto’s nu veilig.

Ineens was ik de auto kwijt en ramde ik frontaal de vangrail in. Ik heb er een zere schouder en behoorlijke hoofdpijn aan overgehouden. Maar dat gebeurt soms. Wel een gaaf circuit hoor, maar heel zwaar voor de coureurs. Zeker bocht acht, die is echt heel snel. Vergeleken met vorig jaar gaan we dertig tot 35 kilometer sneller door die bocht. Dat komt omdat we nu andere banden gebruiken dan vorig jaar, toen ze een hele race moesten meegaan en dus veel harder waren.

Ik geloof dat mijn nekspieren wel zeven G te verduren hebben gekregen. Dat is zeven keer het gewicht van mijn hoofd, met helm. Dus reken maar uit… Samen met de laatste bocht van het circuit in Barcelona is dit de zwaarste bocht van het jaar. Ook apart aan Turkije: de weg naar het circuit. Gelukkig krijgen wij coureurs tegenwoordig een politie-escorte, ander kom je nooit op tijd. Dat is al een race op zich, maar dan over de vluchtstrook.

Als de eerstvolgende Grand Prix, in Italië, van start gaat, heb ik er al heel wat kilometers opzitten. Meteen na Turkije gaan we namelijk drie dagen testen in Monza. Dat is mooi nieuws, want zoveel testen wij niet. Hopelijk kunnen we het gat naar de andere teams nog wat kleiner maken. Daarnaast is het een mooie gelegenheid om alvast wat goede afstellingen te zoeken voor de Grand Prix. Dat scheelt weer een hoop werk in de vrije trainingen. Het belangrijkste op Monza is natuurlijk de topsnelheid. In die zin is het niet zo slecht dat ik in Turkije ben uitgevallen, want nu kunnen we tenminste een nieuwe motor gebruiken voor de volgende race.

Je moet je voorstellen dat het vermogen van een Formule 1-motor langzaam minder wordt, tot hij kapotgaat. En dus is een nieuwe motor onmisbaar voor ons in Monza. Een ander punt van aandacht is ‘changing direction’. Op alle circuits met chicanes moet je de auto snel van links naar rechts kunnen gooien. Daar gaan we dus ook mee aan de slag. ‘We’, dat zijn Tiago, onze testrijder Giorgio Mondini en ik. Ik denk dat we er best veel me kunnen winnen, want de meeste teams hebben hun auto al helemaal uitontwikkeld en richten zich op volgend jaar. Wij hebben nog wat dingen in de pijpleiding zitten. In Turkije was het tempo goed, dus hopelijk kunnen we nog wat moois laten zien in de laatste races.

Christijan Albers