Na een absentie van veertien jaar keert de Formule 1 nu voor het tweede jaar op rij terug naar Imola, het circuit dat voor eeuwig verbonden blijft met Ayrton Senna’s tragische dood. Christijan Albers had er in 2006 bij de GP San Marino meer geluk: hij overleefde op het Autodromo Enzo e Dino Ferrari een stevige klapper. “Ik bleef gewoon rollen, het viel best mee.”

Verscholen tussen lommerrijk groen in een klassiek Italiaans landschap huist een van ’s werelds vermaardste banen. Het Autodromo Internazionale Enzo e Dino Ferrari, beter bekend als Imola, wordt ruim een kwart eeuw na dato nog steeds geassocieerd met Formule 1’s zwartste weekeinde. In 1994 verongelukten Ayrton Senna en Roland Ratzenberger er binnen 24 uur, Rubens Barrichello ontsnapte een dag eerder op miraculeuze wijze aan de dood.

Lees ook: Domenicali: ‘Volgende week in Imola presenteren we plannen voor sprintraces’

Twaalf jaar later gaat het in Imola opnieuw mis, ditmaal zonder fatale gevolgen. Yuji Ide en Christijan Albers zijn de hoofdrolspelers, de laatste ongewild. In de openingsronde stuurt de Japanner zijn bolide – een Super Aguri – met een vaart van 200 km/uur achterin die van zijn Nederlandse collega. De gevolgen voor Albers zijn desastreus: hij is in één klap passagier en slaat met zijn Midland M16 vier keer over de kop voordat hij in benarde positie in de grindbak tot stilstand komt. Onderweg heeft hij nog de tegenwoordigheid van geest om de Toyota-motor uit te schakelen, zodat die niet in brand vliegt.

“Ik zag het achter mij niet gebeuren”, vertelt Albers veertien jaar na dato over het incident met Ide, “en was volkomen verrast. Er was eerlijk gezegd ook niet zo veel spannends aan die crash. Ik weet alleen dat de eerste twee draaien vrij hoog waren. Maar ik bleef gewoon rollen, het viel best mee. Ik heb in mijn loopbaan wel zwaardere crashes gehad.”

Lees ook: Race op Imola krijgt de naam ‘GP van Made in Italy en Emilia-Romagna’

Volgens de Larenaar, die uiteindelijk 46 Grands Prix in de Formule 1 heeft gereden, is de aanrijding eenvoudig verklaarbaar. “Ik was altijd bezig met de performance van het team”, stelt Albers. “Achteraf gezien is dat misschien stom van mij geweest, had ik meer aan mijzelf moeten denken.” Zoals destijds in Imola. “We hadden afgesproken dat ik een andere strategie zou volgen, omdat we in de kwalificatie meestal niet ver naar voren kwamen en ik vaak sneller was dan Tiago (Monteiro, zijn teamgenoot). Ik zou dus langer doorrijden. De auto zat daarom helemaal vol met brandstof.”

‘Ik was wel link’
Consequentie van de loodzware M16 is dat sommige collega’s met minder benzine aan boord bij de start sneller zijn. Albers moet in de cockpit hard vechten om zijn positie, hij is als twintigste vertrokken, in het gedrang van de openingskilometers te behouden. Ide en zijn teamgenoot Takuma Sato schieten Albers bij de start voorbij. “Ik had denk ik dertig kilo meer brandstof aan boord: dan moet je het iets rustiger aandoen omdat je ook aan de banden moet denken. Mede daarom kwam ik vrij slecht weg”, verklaart Albers.

Foto: Motorsport Images

Ide wordt door hem snel weer te grazen genomen. Maar daar heeft de Japanner geen boodschap aan. Hij zet opnieuw de aanval in, ontdekt een gaatje dat er niet is. Ide wil Albers in bocht zes voorbij, maar raakt de Nederlander vol op de rechter achterband. De M16 is uit balans en slaat meteen over de kop. “Hij denkt supersnel te zijn, steekt ‘m er zo in en probeert aan de binnenkant in te halen”, zo reconstrueert Albers. “Maar er was helemaal geen ruimte.”

Lees ook: Op een paar updates in Imola na zal Haas dit jaar niet veranderen

Albers is na afloop mild voor Ide, die eerst een reprimande van de wedstrijdjury krijgt voor zijn rijgedrag krijgt en vervolgens zijn stoeltje bij Super Aguri verliest. “Ik heb hem niets kwalijk genomen, omdat ik het netjes wilde houden. Iedereen in de Formule 1 doet tenslotte zijn job, al nam hij te veel risico. Maar ik was toch wel een beetje link”, bekent Albers. “Wat denk je?”

Van de MF16 is weinig over. “Krom, kapot en afgeschreven”, concludeert Albers. Met de complimenten van Yuji Ide.