Het is 15 mei vandaag, een datum die voor Nederlandse autosportfans onlosmakelijk is verbonden met Max Verstappen. In 2016 won de Nederlander als jongste coureur ooit zijn eerste Grand Prix. FORMULE 1 Magazine was er uiteraard bij in Barcelona en sprak kort na de huldiging met vader Jos over de mengeling van emoties: verbazing, trots en ook de bevestiging van wat hij altijd al wist. 

Jos Verstappen heeft altijd geloofd dat Max in de Formule 1 races zou kunnen winnen en dat niet onder stoelen of banken gestoken. Begin van dit seizoen sprak hij de hoop uit dat Max op het podium zou komen en zei hij: “Voor mij is het pas een succesverhaal wanneer hij op de hoogste trede staat. Ik weet zeker dat hij dat kan. Ik denk dat weinig mensen daaraan twijfelen, maar het gebeurt alleen als hij in de beste auto zit.” Als Verstappen vervolgens bij zijn debuut voor Red Bull de GP van Spanje op zijn naam schrijft, is Jos toch even met stomheid geslagen.

Je heb altijd een rotsvast vertrouwen gehad in Max., maar had je gedacht dat hij zo snel na die overstap zijn eerste race zou winnen?
“Ik denk dat hij iedereen verrast heeft, niet alleen mij. Ik was vorige week heel blij met het telefoontje dat hij voor Red Bull mocht gaan rijden, want daar liggen meer mogelijkheden. Maar het is ongelofelijk dat hij in zijn eerste weekend zo’n geweldige race heeft gereden!”

We zagen dat je het even te kwaad had. Ben je trots op Max?
“Natuurlijk ben ik enorm trots. Max en ik hebben veel samen gedaan om dit te bereiken. En het was zo spannend! In de laatste ronden vroeg ik me af of de banden het nog wel zouden redden, maar uiteindelijk werkte het en daar was ik heel blij om.”

Lees ook: Longread: Ocon, Marko en Wolff, Max Verstappen blufte iedereen af op natte Norisring

Foto: Peter van Egmond

Wat onderscheidt Max van de rest?
“Ik denk ten eerste dat hij de sympathie heeft van de mensen en ten tweede dat zijn manier van racen veel mensen aanspreekt.”

Maar waarom kan Max dit wel en anderen niet? Waar ligt dat aan? Alleen goede genen kan niet de verklaring zijn.
“Het is een combinatie van gevoel, inzicht en datgene van wat Max en ik gecreëerd hebben. Toen hij zeven of acht jaar oud was, ben ik enorm met hem bezig geweest. Hij reed toen in de mini’s en bij die wedstrijden moesten ze stilstaande starts doen. Er waren kinderen bij die door een bepaalde handeling met de koppeling een betere start hadden. Wij deden daar nooit aan mee. In de eerste plaats omdat ik geen zin had iets illegaals te doen, want dat leek me niet goed voor Max’ reputatie. Ten tweede zag ik het als een mooie oefening. Doordat die anderen beter startten, viel Max terug naar de vierde of vijfde plek en dan moest hij weer naar voren rijden. Anders pakte hij de kopstart en zag de rest van het veld hem nooit meer terug.”

“Wij maakten dus van de gelegenheid gebruik om op inhalen te oefenen. En dan ging het me niet om de snelste weg naar voren. Ik vertelde hem dat hij op bepaalde punten niet mocht inhalen en zo maakte ik het hem moeilijk. Op het rechte stuk was hij er anders zo voorbij, dat mocht dus niet. Ik ging zelfs zover dat ik zei: alleen in bocht 5 en 8 mag je inhalen. Ik denk dat we daarmee bereikt hebben dat hij verder kijkt dan de voor de hand liggende mogelijkheden.”

“Kijk, een inhaalactie bereid je voor. Het is niet zo van: ik rijd erheen en ga er voorbij. Nee, je bent jezelf bochten daarvoor al aan het voorbereiden en positioneren om op een bepaalde plek te kunnen inhalen. Dat heb ik Max al geleerd toen hij heel jong was. In principe kan iedereen inhalen. Maar als je met een inhaalactie een halve seconde verliest, vind ik het al geen inhaalactie meer. Dan is het verloren tijd. Max weet wat hij doet en dat komt doordat ik er altijd bij ben geweest. Op elke actie had ik wat aan te merken: wat hij niet goed deed of juist wel. Ik denk dat dat heeft bijgedragen aan wat hij nu laat zien.”

Lees ook: Het grote interview: Jos en Max Verstappen over hun hechte band, de kartjaren, roem en nog veel meer

Foto: Peter van Egmond

Blijf je alles analyseren wat hij doet?
“Tot nu toe deed ik dat wel. Maar nu Max voor Red Bull rijdt, worden alle zaken die ik altijd in de gaten hield, uitstekend voor hem geregeld. Daarom kan ik nu met een gerust hart weer een stap terug doen.”

Vind je het lastig om een stap terug te doen?
“Max gaat steeds meer zijn eigen weg. Hij heeft zijn rijbewijs, zijn eigen auto en een appartement in Monaco. Ik zie hem steeds minder en daar moet ik af en toe wel aan wennen. Je ziet hem veranderen. Hij wordt een echte kerel. En dat moet ook, laten we eerlijk zijn. Hij moet zichzelf ook op dat gebied ontwikkelen. Ik besef dat ik Max moet loslaten.”

Dat loslaten is niet zo’n probleem?
“Nee, dat gaat wel. Ik zie dat het nodig is. Ik weet dat hij zijn eigen koers moet gaan varen. Alleen denk ik wel dat het heel verstandig en goed is dat hij mij en de andere mensen om ons heen vertrouwt en weet dat we het beste met hem voor hebben. Daarnaast denk ik dat het voor hem ook handig is. Met 18 jaar heb je natuurlijk nog niet de levenservaring die ik heb.”

“Ik zie de dingen misschien wel wat anders dan hij, maar het is goed voor hem om dingen van een andere kant te bekijken. Dat is ook het mooie van de samenwerking met Raymond Vermeulen: soms kan ik dingen wat minder makkelijk tegen Max zeggen en accepteert hij minder van mij dan van iemand die iets verder van hem af staat. Vreemde ogen dwingen soms meer dan die van zijn eigen vader.”

Lees ook: Raymond Vermeulen kijkt terug op 5 jaar Verstappen: ‘Hij doet geen kunstjes’

Foto: Peter van Egmond

“Uiteindelijk werken we allemaal naar hetzelfde doel toe en soms moet Raymond maar iets duidelijk maken in plaats van dat ik dat doe. Dat is ook het mooie van het team dat wij gecreëerd hebben: het werkt gewoon. Als je twee weken met elkaar op pad bent, krijg je al snel irritaties. Dat zie je overal in de paddock, maar wij hebben dat niet. We kennen Raymond ook al zolang, dat past gewoon. We hebben een heel leuke groep mensen, die veel dingen samen doen.”

“Het is zo belangrijk dat je geen irritaties onderling hebt. Dat weet ik nog goed uit mijn eigen tijd. Op een gegeven moment wilde ik Huub Rothengatter niet meer erbij hebben. Ik werd daar appelig van. En dat moet je in deze sport niet hebben. Je moet niet met een geïrriteerd gevoel in de auto stappen. Daarom is het heel belangrijk om de ideale omstandigheden creëren en ik denk dat wij dat nu gedaan hebben voor Max.”

 Ben je eigenlijk nooit bang voor het vader Hamilton-effect? In het begin was zijn vader alles voor Lewis, zoals jij nu ook voor Max bent, maar daarna wilde Lewis het anders en was pa Hamilton zelfs een tijd lang niet meer welkom op het circuit.
“Nee, daar ben ik niet bang voor. Ik weet wat voor relatie we hebben en ik denk dat er bij Lewis en zijn vader een commerciële reden ten grondslag lag aan die breuk. Daarom bemoei ik me ook niet met dat soort zaken. Maar ik kan me niet voorstellen dat Max me er helemáál niet meer bij wil hebben. Daarvoor is de band te hecht.”

Lees ook: Door de lens van Peter: de McLaren-test van Jos Verstappen op Silverstone