In 1985 beleefde de Grand Prix van Nederland zijn –voorlopig- laatste aflevering. In dit afsluitende deel van deze serie over de geschiedenis van onze Grand Prix komen de laatste drie races aan bod.

Door Rob Wiedenhoff, foto’s Sutton.

Na zijn reusachtige klapper in de Tarzanbocht van het jaar ervoor stond Arnoux in 1983 weer volop in de belangstelling op onze nationale racepiste. Hij was van team gewisseld en begon na wat problemen als twaalfde aan de Grand Prix met Ferrari. Piquet en Prost, nog steeds met Brabham en Renault, leverden een geducht gevecht om de leiding, als onderdeel van hun gevecht om de wereldtitel. Het ging door tot Prost zich verremde en Piquet uit de race tikte. Nelson was not amused, meldde politiek correct dat volgens hem geen opzet in het spel was, maar zijn gezicht sprak boekdelen.

Piquet en Prost tikken elkaar uit de race.

Schrale troost: de voorvleugel van de Renault was zodanig beschadigd dat Prost naast de baan raakte en opgaf. De opgeklommen Arnoux (grote foto boven) erfde tot zijn verbazing de leiding en won de race voor teamgenoot Patrick Tambay. Een fraaie Ferrari-dubbel en een schitterende revanche voor René. Ook Piquet kreeg revanche, want hij en niet Prost pakte de wereldtitel.

 

Oliebol
In 1984 ging het vooral om de strijd tussen Alain Prost en Niki Lauda, teamgenoten bij McLaren-TAG, oftewel McLaren-Porsche. Niemand wist hoe dat zou aflopen – Lauda werd wereldkampioen met een half punt voorsprong op Prost – maar op Zandvoort bond Prost eerst de strijd aan met Piquet in de Brabham. De Braziliaan haakte na tien ronden af met pech, waarna de weg vrij was voor Prost: winnaar met tien seconden voorsprong op Lauda. Aan de andere kant van het spectrum mocht Huub Rothengatter, de latere manager van Jos Verstappen, starten in de Spirit.

Huub Rothengatter in de voor de gelegenheid oranje gespoten Spirit.

De witte auto werd op zijn aanraden de avond voor de race aan de onderkant oranje gespoten. Had een leuk plaatje opgeleverd bij nóg zo’n Tarzan-salto. Dat Huub als laatste begon en met panne strandde kwam niet onverwacht. Hij omschreef me zijn gevoelens als volgt: “Ik doe mee, maar ik voel me net een oliebol als laatste.”

Lauda’s laatste
Zondag 25 augustus 1985 betekende de zwanenzang van Zandvoort, maar wat voor een. Na een geweldige slotfase, waarin de McLaren-coureurs Lauda en Prost zonder teamorders om de zege vochten, bleef Niki (bijgenaamd ‘de rijdende computer’) Alain (bijgenaamd ‘de professor’) met twee tiende seconde voor. Keke Rosberg nam in zijn Williams het initiatief, maar kreeg motorpech en vervolgens ging het om de beide McLaren-rijders. Lauda behaalde zijn 25e en laatste Formule 1-zege. Aan het eind van het seizoen stopte hij met racen en hij moest de titel laten aan Prost. Afscheid was er ook voor de Grand Prix van Nederland, die het financieel moeilijk had terwijl de opstallen dringend renovatie behoefden. De Formule 1 werd op het legendarisch geworden circuit na dertig WK-races passend uitgezwaaid met een historisch duel.

Zandvoort, 1985. Niki Lauda pakt zijn 25ste en laatste Grand Prix-zege.

Dit was het laatste deel van 7 onze serie over de geschiedenis van de Grand Prix van Nederland op het circuit van Zandvoort. Dit artikel verscheen eerder in gewijzigde vorm in Formule 1 magazine.

Deel 1

Deel 2

Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6