Red Bull-topman Helmut Marko denkt dat titelverdediger Max Verstappen in 2022 een vliegende start kan maken, juist omdat de 2022-auto’s compleet nieuw en – naar verwachting – lastiger te besturen zijn.

Zo zijn de 2022-bolides Verstappen volgens Marko op het lijf geschreven, want: “Max heeft nooit aanlooptijd nodig om te wennen. Hij is altijd gelijk snel”, haalt de Oostenrijker aan in interview met Auto, Motor und Sport. Marko heeft daarbij ook nog goed nieuws voor Verstappen: Red Bull ligt op schema met de RB18 voor komend seizoen. “Ik heb althans niets anders gehoord.”

Over het doel voor komend seizoen kan Marko ook duidelijk zijn. “Dat is om weer wereldkampioen te worden.” In 2021 deed Verstappen dat door Mercedes-rivaal Lewis Hamilton te verslaan. Marko gaat er in principe vanuit dat dit ook weer hét duel van 2022 zal zijn. “Al weet je het met zo’n grote regelwijziging nooit helemaal zeker.” Maar toch: Mercedes en Red Bull beschikken volgens Marko over alle ingrediënten om wederom de te kloppen teams te zijn.

Lees ook: Marko: ‘Verstappen is de beste coureur met wie ik heb gewerkt’

Daar komt nog bij, zo vervolgt de Red Bull-topman, dat er ‘momenteel geen andere coureur is die Hamilton en Verstappen kan bijbenen’. Natuurlijk blijft de crux wel dat Red Bull Verstappen weer van een auto met titelpotentie kan voorzien. Om die reden worden alle zeilen bijgezet op de fabriek in Milton Keynes en wordt er ‘klokje rond’ gewerkt. En niet alleen daar: ook in het Japanse Sakura werkt Honda keihard aan de laatste motor die het voor Red Bull zal maken.

De grootste uitdaging op motorisch vlak is daarbij de overstap naar E10-benzine. Volgens Auto, Motor und Sport en Ferrari-teambaas Mattia Binotto – gaat deze overstap gepaard met een verlies van zo’n twintig pk. “Honda werkt hard om de motor aan te passen”, verklaart Marko. “Ik hoor positieve berichten, al is de performance nog niet op het niveau van 2021. Daarnaast moeten we sowieso maar zien hoe alles er in de races uitziet.”

Lees ook: Marko: ‘Verstappen is veel rustiger, vroeger explodeerde hij nog wel eens’