Superieur. Oppermachtig. Het zijn passende synoniemen voor het vorige Formule 1-seizoen van Sebastian Vettel. De Duitser nam alle twijfels rond zijn titel van 2010 weg door in 2011 de Formule 1 het hele jaar te domineren.

 

Laten we de statistieken er maar even bij pakken. Achttien van de negentien races gefinisht. De enige uitvalbeurt was bovendien geen persoonlijke fout. Na zeventien van de achttien uitgereden races mocht Vettel naar het podium. Alleen in zijn thuisrace werd hij ‘slechts’ vierde. Vettel won elf van de negentien races. Alleen Michael Schumacher won ooit, in 2004, meer races in één jaar. Laten we ook maar gelijk de statistieken van de kwalificaties erbij nemen. Vijftien races startte Vettel vooraan. Wél een record. Afgepakt van Nigel Mansell.

 

Vanaf de eerste race was er eigenlijk maar één echte titelkandidaat. De kritiek die Vettel op een gegeven moment kreeg, dat hij geen racer was, was onterecht. Hij hoefde niet tegen de rest te racen omdat hij veel sneller was. Slechts één keer bezweek hij onder de druk. Opgejaagd door Jenson Button maakte hij op een opdrogende baan in Canada een klein foutje en verloor hij de leidende positie.

 

Later in het seizoen maakte Vettel gehakt van alle, zij het minimale, overgebleven kritiek. Hij haalde Fernando Alonso op Monza buitenom in de lange doordraaier naar rechts over het gras in. Met Vettel was niet te spotten. Koning Vettel. Althans vorig jaar. Zelfs de koning die het meest zeker lijkt te zijn van zijn macht kan zomaar onttroont worden. Kijk maar naar Schumacher, die in 2005 nog maar één race won.

 

Droomstart

 

In 2010 stond Vettel alleen bovenaan het kampioenschap toen het er écht toe deed. Namelijk na de laatste race van het jaar. Nu stond de coureur uit Heppenheim vanaf dag één bovenaan. De Australische Grand Prix won hij met ruim twintig seconden voorsprong. In Maleisië was die voorsprong al wat kleiner. En in China werd hij voor de eerste keer verslagen. Maar daarna scoorde hij een heuse hattrick aan Grand Prix-zeges. Een betere start kon hij zich haast niet wensen.

 

Toch was er sprake van een zomerdipje. Drie races op rij wist hij niet te winnen. Met als dieptepunt de eerder genoemde Duitse Grand Prix waarin hij voor het eerst in 2011 niet op het podium eindigde. De vierde plaats was een schrale troost. Maar ondertussen was het wel al duidelijk dat Vettel kampioen ging worden. De vraag was alleen nog: wanneer?

 

Suzuka

 

In Singapore maakte hij voor het eerst virtueel kans op de titel. Omdat Jenson Button, zijn grootste rivaal, tweede werd, werd het onvermijdelijke feestje verplaatst naar Japan. Daar won Button weliswaar, maar Vettel had genoeg aan één puntje om de titel te pakken. De derde plaats was dus ruimschoots voldoende. Daarmee werd Vettel met nog vier races te gaan de jongste coureur ooit die zijn F1-titel prolongeerde.

 

Webber

 

Dan is er ook nog die andere Red Bull-coureur. Die geslepen Australiër die in 2010 de titel misliep door een tactische fout van het team. De man die dat jaar een aantal foutjes maakten die hem later de titel kostten, zoals in Valencia en Zuid-Korea.

 

Dit jaar waren de foutjes van Mark Webber niet zo opvallend. Hij was gewoon niet snel genoeg. Vettel was ontketend, terwijl Webber vooral moeite had met zijn starts en de Pirelli-banden. Hij leek in de verste verte niet meer in die zelfverzekerde coureur die in 2010 bijna, na Jack Brabham en Alan Jones, de volgende Australische wereldkampioen werd.

 

Pas in de laatste race van het jaar stilde hij eindelijk zijn honger. Mede dankzij een haperende versnellingsbak van Vettel kon Webber weer een Grand Prix winnen. Al was na afloop niet iedereen overtuigd van Vettels ‘probleem’.

 

In de achttien races daarvoor werd Webber op alle fronten afgetroefd door zijn jongere teamgenoot. In 2010 had de leiding van Red Bull soms moeite de twee kemphanen in het gareel te houden, maar daar hoefde het vorig jaar geen rekening mee te houden. Vettel was toch wel een maat te groot voor Webber. Dat de Australiër, net als in 2010, derde werd in het kampioenschap zegt meer over de snelle Red Bull dan over Webber.

 

Conclusie

 

Red Bull was een wereld apart. Het had opnieuw de beste auto met de nieuwste snufjes. De dominantie van het team is niet tanende. Nee: het is juist alleen maar sterker geworden. Zeker ten opzichte van 2010. Het team uit Milton Keynes heeft een betrouwbaardere auto weten te bouwen. Zelden gaf de RB7 problemen. Bijna altijd deed hij wat er van hem werd verlangd: winnen.

 

Hoewel McLaren Red Bull soms tegenstand kon bieden moet de concurrentie toch een flinke portie tijd vinden om Vettel dit seizoen van zijn troon te stoten. 2011 was in ieder geval bijna een perfect seizoen voor hem, al staat hij te popelen om in 2012 nog verder de perfectie na te streven. Dat wordt bibberen geblazen, voor de rest van het veld. Voor McLaren en Ferrari, die mogelijk weer om hun oren gereden worden. En voor de achterhoede, die vreest voor de 107-procentsregel. Al kan het ook zomaar afgelopen zijn met de zegereeks van Vettel.

 

Cijfer: 9/10. Dat het geen perfecte score is, komt vooral dankzij een matige Webber.

 

Klassenrapport 2011:

1. Red Bull Racing: 9

2. McLaren: 7.5

3. Toro Rosso: 7

4. Force India: 6.5

4. Sauber: 6.5

6. Mercedes: 5.5

7. Renault: 5

7. Lotus: 5

9. Ferrari: 4.5

10. Williams: 4

11. HRT: 3

12. Virgin: 3