Michel Perridon schat dat hij begin deze eeuw namens zijn bedrijf Trust zo’n tien miljoen in de autosport heeft gestopt. Jos Verstappen, Robert Doornbos, Renger van der Zande en Christijan Albers: de Rotterdamse zakenman ondersteunde ze allemaal. “Natuurlijk zat er ook een hoop egotripperij bij.”

De Formule 1 ligt door de wereldwijde coronacrisis volledig stil. Het is wachten op nieuws van de FIA en de FOM, wanneer wordt er weer gereden? Tot die tijd doet FORMULE 1 een paar keer per week een greep in het rijke archief. 

Op een industriegebied in de periferie van Rotterdam huurt Michel Perridon (Rotterdam, 1962) al jaren een loods. Beneden staan wat klassieke auto’s, onder meer een oude Porsche Targa van de Rijkspolitie, de eerste verdieping is ingericht als minimuseum. Want de selfmade miljonair heeft het nodige bewaard uit de periode waarin hij met Trust, dat hij twee jaar geleden voor naar schatting 200 miljoen euro verkocht aan investeringsfonds Egeria, prominent zichtbaar was in de autosport. Grofweg tussen 2001 en 2009.

“Mooi, hè”, glundert Perridon als hij alle trofeeën, foto’s, posters, relikwieën, krantenknipsels en magazines overziet. “Als ik hier ben, roept dat een hoop herinneringen op. Ik heb zo veel meegemaakt, overal zit wel een verhaal aan vast.” De loods is een bescheiden schatkamer waar hij trots op is. Een van de dierbaarste bezittingen is een foto van hem met daarop zijn inmiddels overleden vader, zoon Don en Jos Verstappen. Gloriedagen waren het, vooral toen hij in 2001 sponsor werd van Verstappen.

Hoe ben je in de Formule 1 beland?
“Ik werd door een gemeenschappelijke vriend van mij en Jos uitgenodigd voor de Grand Prix van Hongarije. Jos reed nog voor Arrows, het team van Tom Walkinshaw. Ik heb toen voor 50.000 euro het logo van Trust voor de rest van het seizoen op de voorvleugel laten plaatsen. Zo kwam ik in dat circuitje terecht, ben ik er eigenlijk in getrokken. Ik was nog jong, vond het wel interessant. Ik wilde Trust met de sponsoring positioneren, beter in de markt zetten.

Lees ook: Paddockpraat Special: Christijan Albers over DTM, Spyker-drama en de brandstofslang

Eerst deed ik als sponsor een klein beetje, maar als ze weten dat je poen hebt trekken ze je leeg. Je kent het verhaal toch, hè? Hoe word je miljonair? Door als miljardair een Formule 1-team te kopen, haha. Nou zal dat bij meneer Red Bull wel meevallen, maar het is een erg dure hobby kan ik je vertellen.”

Hoeveel heb je met Trust in de autosport geïnvesteerd?
“Ik denk in al die jaren ongeveer tien miljoen euro. Het is het allemaal waard geweest, ja. Je kunt dat geld ook op de beurs verliezen, toch? Nu heb ik er nog een beetje lol van gehad. En ik heb mijn merk veel naamsbekendheid gegeven: in Nederland kende bijna iedereen Trust.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Sponsorde je ook uit ijdelheid?
“Natuurlijk. Jos was zo ongelofelijk populair… Je merkt opeens dat je op een andere manier in het leven staat, bent veel belangrijker. Als je sponsor bent, ben je gewoon een ander iemand. Dat uit zich in alles: stukken in de kranten, meer aanzien, mensen die je herkennen.  

Je hebt Jos Verstappen jarenlang ondersteund. Het is geen geheim dat jullie weleens botsten.
“De journalisten smulden er altijd van, haha. Dat rebelse in Jos sprak me aan. Het was een beetje zoals ikzelf vroeger ook was: tegen alle normen in succesvol zijn. Op de een of andere manier was de relatie met Jos nooit echt ontspannen. Dat is eigenlijk nog steeds zo, ik weet niet precies wat het is. Maar ik gun hem het succes met Max, hoor. Ze hebben nu weer een schitterende deal met Red Bull gemaakt.”

“Dat is toch mooi, goed voor Nederland. Jos kan hartstikke trots zijn op Max, zijn droom is uitgekomen. Hij heeft zelf ook meer dan honderd Grands Prix gereden. Als Jos dat niet had gedaan, was Max niet in de Formule 1 terechtgekomen. Ik heb heel bescheiden mede aan de basis gestaan door de centen die ik als sponsor in Jos heb gestopt. Dat moet hij niet gaan ontkennen, dat vind ik een beetje lullig.”

Je bent jaren geleden benaderd om Max ook te gaan ondersteunen.
“Voordat ze het contract met Red Bull tekenden, ben ik gevraagd of ik deel wou nemen in zijn bv. Dat heb ik niet gedaan en daar ben ik ook blij om. Ik wil geen gezeik meer. Ik heb mijn bedrijf verkocht en heb centen zat om geen gezeik te hebben. Ik weet zeker dat als ik mee had gedaan, ik bonje had gekregen. Nee, het is goed zo. Ik zie Max graag winnen, was er met een club zakenvrienden bij toen hij zijn eerste Grand Prix in Spanje won. Geweldig.”

Lees ook: Jos Verstappen: ‘Max was mijn levensproject’

Na Verstappen switchte je naar Christijan Albers, die in de DTM uitkwam.
“Vond ik een fantastisch jaar. Vooral het professionalisme van Mercedes (Albers’ werkgever, red.) sprak me aan. Ik was in de Formule 1 Minardi gewend. Dat was echt houtje-touwtjewerk, heel armoedig en onprofessioneel. Er was niet eens geld voor een ander tandwieltje als een coureur daarom vroeg. Vervolgens kwam ik in de DTM terecht: zo professioneel… Heerlijk, dat was wel een zegen. Ik heb met Christijan een prachtig seizoen gehad.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Je bent daarna nog partner geweest van Renger van der Zande en Robert Doornbos in de ChampCars. Je hebt wel iets betekend voor de Nederlandse autosport.
“Dat wordt misschien wat onderbelicht, ja. Kijk, ik werd natuurlijk vooral beschouwd als een koopman, maar ik heb met het bedrijf een behoorlijke tijd op niveau geacteerd. Er zat heel veel liefde in voor de sport. Ik vind racen geweldig om naar te kijken, maar er zat om eerlijk te zijn ook een hoop egotripperij bij. Ik vond het leuk om in de pitlane te lopen; dat was een jongensdroom. Formule 1 staat zo ver van je af en als je er dan zo dichtbij komt… Ik was met Trust de eerste sponsor bij Red Bull die niet uit de familie kwam, stond op de helm van Vettel en Webber: best bijzonder voor een Nederlands bedrijf. Ik moet trouwens zeggen dat Red Bull ook een heel professioneel team is.”

Lees ook: Flashback ’05: Jos Verstappen overwoog ooit Champ Cars: ‘Maar liever niet op ovals’

Hoeveel betaalde je bij Red Bull?
“Het ging in eerste instantie om 1,6 miljoen per jaar. Volgens mij heb ik het uiteindelijk op 1,2 miljoen afgemaakt en daar zaten ook nog heel veel kaarten bij. Ik denk dat ik voor de branding een half miljoen heb betaald. Het waren wel andere tijden, hoor, de bedragen zitten nu op ander niveau.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Zijn de investeringen het allemaal waard geweest?
“Jazeker, al heb ik ook vervelende dingen meegemaakt. De Formule 1-wereld is bikkelhard, men kent geen genade. Met niemand, of je nou Michel Perridon heet of Willem-Alexander. Zeker toen Bernie Ecclestone er nog zat was het een keiharde business die draaide om geld, geld, geld en nog eens geld. En dan proberen ze je nog te naaien ook door het logo net iets kleiner te maken dan afgesproken. Je werd soms besodemieterd waar je bij stond.”

Je deed en doet zelf grote zaken. Was je verbaasd hoe het er in de Formule 1 aan toeging? Is het een wereld van list en bedrog?
“Nou, dat wil ik niet zeggen, maar ze beloven je meer dan ze geven. Je mag zoveel keer in de pitlane, je krijgt zoveel keer dat… Maar als je eenmaal getekend hebt, ben je de lul. Het draait zó om geld. Ik deed eens een deal met Minardi. Ik zou de laatste acht races voor anderhalf miljoen euro op de sidepods komen te staan. Raymond Vermeulen (nu manager Max Verstappen, red.) zat bij mij op kantoor. Ik laat mijn boekhouder komen en die anderhalf miljoen overmaken.

Maar Raymond zit zo te zeiken en te pushen dat mijn boekhouder helemaal nerveus wordt en dat bedrag twee keer stort. Ik hoor het Raymond nog zeggen: is het geld overgemaakt? Doe voor de zekerheid nog maar een keer. En ik wist dat Paul Stoddart niet goed voor zijn poen was, dus ik zat in de schijt of ik die dubbele betaling wel terug zou krijgen. Het was toch een serieus bedrag. Gelukkig gebeurde dat de volgende dag. Zo’n sidepodje voor anderhalf miljoen ga je nu trouwens nooit meer krijgen, hè. Het gaat er in de Formule 1 nu veel professioneler aan toe.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Je kijkt voldaan terug op je sponsorjaren.
“Als simpele Rotterdammer, als koopman, ben ik er wel trots op wat ik gedaan heb, ja. Zowel met mijn bedrijf, privé als met de Formule 1. Ik heb hier een mooie foto met mijn vader, zoon en Jos erop; dat zijn dingen die wat met je doen. Hoe ouder je wordt, hoe meer je met je verleden bezig bent. Ik zal niet meer in dit soort avonturen stappen, Formule 1 is een gesloten boek. Ik vind het leuk om mensen te ontmoeten en gezellig samen te kijken, verder vind ik het prima. Ik heb mijn portie gehad, het is goed zo. Ik heb mijn best gedaan en kijk er met geluk op terug. Of ik nergens spijt van heb? Kijk, hoe langer je van het verhaal af staat, hoe minder het je doet. Maar ik heb weleens gedacht: heb ik nou zo veel poen overgemaakt om deze ellende mee te maken?”

Wat is het meest memorabele moment dat je in de autosport hebt meegemaakt?
“Ik ben een keer speciaal naar Sjanghai gevlogen voor een afspraak met Norbert Haug (destijds sportdirecteur van Mercedes, red.), om hem te vragen of Christijan een stoeltje in de Formule 1 zou kunnen krijgen. Want dat was zijn enige doel, hij wilde niks anders. Nou, die Haug was in vijf minuten klaar met mij. Nein, zei Haug. Formule 1 kon Christijan vergeten, in de DTM mocht-ie zo lang blijven als hij wou. Was ik dus helemaal naar Sjanghai gevlogen en word je even door zo’n Duitser afgeblaft alsof ik een stuk stront was. Dan voel je je ineens heel klein, hoor. Toen wist ik wat Formule 1 was.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Heb je ooit overwogen een Formule 1-team te kopen?
“Ik heb het er met Michiel Mol weleens over gehad bij Spyker in te stappen. Maar ik had toen al zo veel ervaring dat ik wist dat als ik dat zou doen, ik op mijn bek zou gaan. Ik dacht: dit gaan we nooit winnen. Spyker was ook geen goed bedrijf.”

Heeft je zoon nog raceambities gehad?
“Nee. Don was tien toen hij een keer in Genk ging karten. Max draaide al rondjes om Don heen, die vijf jaar ouder was. Toen wist ik: dit wordt ’m niet. Max is in een kart geboren, joh. Ik snapte heel snel dat hij van eenzame klasse was. Alles zat goed: hij was fel en had schijt aan iedereen. Daar heb je weer dat rebelse, hè. Gaaf.”

Je hebt nog een bijzonder souvenir van Max Verstappen.
“Een mooi petje, ja. Is een leuk verhaal. Max had ergens een race in de Formule 3 gewonnen. Toen kwam hij naar mij toe en vroeg of ik zijn petje wilde sponsoren. Zijn moeder had speciaal een petje gemaakt met het logo van Trust erop en met zijn handtekening. Zo komt zo’n ventje van 16 je dat vragen en nu is hij de koning van de wereld. Ongelofelijk, toch? Ik ben trots op wat er nu gebeurt en heel blij voor Max, Raymond en Jos.”