De twee teams waar vorige week het meest werd gelachen, na de eerste wintertest? Nee, het waren niet Mercedes (dat de Formule 1 opschudde met haar DAS-systeem) en kilometervreter Red Bull. Het waren McLaren en Williams: teams die na lastige periodes op de weg terug lijken. Het zijn – voorzichtig – de eerste feel good stories van 2020.

De Formule 1 is, in grote mate, voorspelbaar. Natuurlijk: we weten nog niet wie straks de seizoensopener in Australië wint of aan het eind van het jaar in Abu Dhabi – of eerder, als 2020 echt voorspelbaar blijkt – kampioen wordt. Maar we weten wel zo goed als zeker dat die coureur voor Mercedes, Ferrari of Red Bull rijdt. En we weten net zo goed dat die teams de zeges zullen verdelen.

Het is een gevolg van het (hybride) tijdperk waarin de Formule 1 zich bevindt. Sinds 2014 verdeelden de ‘grote drie’ – zo genaamd vanwege hun succes en veel grotere middelen – alle zeges. Vorig jaar dus eveneens. Sterker: in 2019 stond er slechts drie keer een coureur van buiten ‘de grote drie’ op het podium. En dat waren gelijk ook de feel good stories.

Formule 1 feel good stories

Verstappen pakte in Oostenrijk op spectaculaire (en omstreden) wijze in de slotfase de zege af van Leclerc.

Natuurlijk, hoe Max Verstappen Charles Leclerc in 2019 in Oostenrijk versloeg, was (zeker voor Nederlandse fans) geweldig. Net als zijn zege op het verregende Hockenheim. Maar Verstappen die een race wint, een verrassing is het niet. De teller staat inmiddels op acht, gemiddeld twee per jaar sinds hij in 2016 naar Red Bull kwam. Red Bull zelf won sinds 2014 bijna twee keer zo vaak, met vijftien zeges.

Hoort Red Bull daarmee bij de absolute top? Daar kun je over twisten (en dat zullen we als het niet vanaf de seizoensstart om de titel meestrijdt zeker doen). Maar een underdog? Nee, dat is het niet. En juist aan goede underdog-verhalen ontbreekt het de Formule 1 de laatste jaren.

Lees ook: Weblog: Van voortdurend klagen wordt de Formule 1 niet spannender

Populaire podiumplekken

De podiumplekken die in 2019 het meest enthousiast gevierd werden, de meest jubelende headlines opleverden en onder (neutrale) fans voor de meeste opwinding zorgden, waren die van Daniil Kvyat, Pierre Gasly en Carlos Sainz – coureurs van de niet-topteams.

En dan stond Sainz niet eens ‘echt’ op het podium, maar pas nadat hij P3 aan de jurytafel toebedeeld had gekregen. Toch ging de foto van het feestvierende McLaren de wereld over.

Formule 1 feel good stories

Gasly stond in Brazilië voor het eerst op het podium, na een zeer zwaar jaar.

Wat natuurlijk meespeelt, is dat Kvyat (in Duitsland) en Gasly en Sainz (in Brazilië) na knotsgekke races op het podium kwamen. Niet elke race kan knotsgek zijn en dat hoeft ook niet, want zo blijft het bijzonder. Maar slechts drie keer een ‘middenmoter’ op het podium? Dat is wel erg schaars. En het gaat uiteraard niet alleen om het podium: de hele top zes wordt door de topteams gedomineerd.

‘Menselijk verhaal’

Een verhaal als in de NHL, waar afgelopen weekend de Zamboni-bestuurder David Ayres op 42-jarige leeftijd tijdens (!) de wedstrijd van de Hurricanes tegen de Maple Leafs van de tribune werd geroepen om in te vallen en zijn debuut te maken, zit er in de Formule 1 natuurlijk niet in.

Maar in een steeds technischer sport die, zoals Alain Prost tegenover Autosport waarschuwde, ‘een menselijk verhaal’ moet blijven, en die later deze week nota bene het tweede seizoen van haar eigen docudrama op Netflix uitbrengt, verwacht je toch meer feel good stories. Zeker in een tijdperk waarin live sport een van de weinige dingen is waar mensen nog voor thuisblijven.
(tekst loopt door onder de video)

Hopen en verder kijken

Wat de Formule 1 daarvoor moet doen? Laten we hopen dat de verschillen inderdaad wat kleiner zijn in 2020, het laatste jaar onder het huidige reglement, en we tóch vaker gekke races hebben. Dat we een McLaren- of Renault-coureur op het podium terugzien. Dat Racing Points ‘roze Mercedes’ de top drie af en toe kan aanvallen. Dat Alfa en Alpha verrassen, en Haas een sprong maakt.

Verder is het hopen dat 2021’s regelrevolutie inderdaad voor échte verandering zorgt: een eerlijker speelveld, gelijker kansen. Al hebben de kleintjes daar zelf al een hard hoofd in.

Laten we zelf dus ook verder kijken. Laten we als journalisten verhalen schrijven over meer dan de grote drie (waar wij hier ook naar streven) en die als fans (die terecht of onterecht nog wel eens klagen dat het ‘altijd over Max gaat’) dan ook lezen. De Formule 1 heeft namelijk alles in zich om ‘een menselijk verhaal’ te zijn. Dat viel in testweek één wel van de lachende gezichten bij McLaren en Williams af te lezen.

Lees ook: Seidl: ‘Eén van McLarens beste winters van de laatste jaren’