Zijn oom Ralf Schumacher weet het zo goed als zeker. Ferrari-teambaas Mattia Binotto zinspeelde er al op. En eigenlijk twijfelt bijna niemand er meer aan: Mick Schumacher rijdt in 2021 Formule 1. En dat is volledig terecht, Schumacher of niet.

De kans is daarbij groot dat huidig Formule 2-koploper Schumacher volgend jaar in een Alfa Romeo zit (daarover later meer). Zodra die aankondiging een feit is, zal de kritiek ongetwijfeld losbarsten en de felicitaties overstemmen. ‘Alleen maar omdat hij Schumacher-heet!’, zal het vast en zeker klinken. En natuurlijk speelt zijn achternaam een rol. Maar Schumi III, of hoe je hem ook wil noemen, verdient ook gewoon een kans in de koningsklasse waarin zijn vader Michael zich nog even alleen Rekordmeister mag noemen.

Oom Ralf, aka Schumi II, lepelde het cv van zijn neefje afgelopen week al trots op in zijn column voor het Duitse Sky: “Vice-kampioen in de Formule 4, kampioen in de Formule 3 en koploper in de Formule 2.” Een palmares waar weinig tegenin te brengen valt, en glanzender dan dat van menig huidig Formule 1-coureur. ‘Wacht!’, zullen veel Schumacher-tegenstanders roepen: ‘aan die Formule 3-titel zat een luchtje, en in de Formule 2 gaat het dit jaar ook opeens verdacht goed’.

Schumacher is aan een sterk Formule 2-seizoen bezig.

Voor het tweede, die Formule 2-Steigerung, zijn veel redenen aan te halen. De simpelste lijkt me het meest aannemelijk: ervaring. Dan die ‘opmerkelijke’ run naar de Formule 3-titel van 2018, met Schumacher die geen van de eerste veertien races won, maar acht van de laatste zestien. Opvallend, ja. En verdachtmakingen waren er genoeg, onder meer van rivaal Dan Ticktum. Maar bewijs was er niet.

Lees ook: Weblog-woensdag: De opmerkelijke opmars van Schumi jr

Voorbeeld van zijn vader

Bewijs dat hij goed genoeg is, moet Schumacher volgend jaar zelf leveren op het hoogst denkbare autosportpodium. Er is zeker in zijn eerdere jaren veel aan hem getwijfeld. Door buitenstaanders én insiders. Zo heb ik hem door een oud-coureur annex talentscout wel eens omschreven horen worden als ‘niet bepaald een natuurtalent’, maar aan de andere kant: dat hoeft niet iedereen te zijn.

Micks vader Michael – u weet wel, die zevenvoudig Formule 1-kampioen – werd in zijn jongere jaren ook niet per se als buitencategorie beschouwd. Goed? Ja, dat was hij zeker, maar beroemd is hoe niet Schumacher maar Heinz-Harald Frentzen begin jaren negentig binnen het Mercedes-programma als goudhaantje werd gezien. En we weten allemaal hoe dat is afgelopen.

Schumacher maakt sinds 2019 deel uit van de Ferrari Driver Academy.

Met nog drie raceweekends te gaan gaat Schumi III aan kop in de Formule 2 en ik moet zeggen: hij is inderdaad niet altijd de snelste, maar rijdt stukken beter dan vorig jaar. Dat komt ook omdat coureurs – en dat vergeten we collectief wel eens – zich met de jaren ontwikkelen. Zeker als ze van huis uit hebben meegekregen dat hard werken voorop staat, zoals bij Mick absoluut het geval is. In het drukke Ferrari-talentenprogramma – waarbinnen Robert Shwartzman misschien wel het grootste talent is – zit in elk geval maar één coureur écht dankzij zijn achternaam, en dat is Giuliano Alesi.

Lees ook: Ralf Schumacher: ‘Kan me niet voorstellen dat Mick geen F1 rijdt in 2021’

À la Lando?

Schumi III doet mij een beetje denken aan Lando Norris, de populaire Brit die zich sinds zijn debuut vorig jaar tot een zeer behoorlijke Formule 1-coureur heeft ontwikkeld. Norris, hij werd het jaar voor Schumacher Formule 3-kampioen, was in de Formule 2 ook niet altijd indrukwekkend, maar is doorgegroeid. Formule 1-auto’s, stelde Norris, liggen hem ook beter dan Formule 2-materiaal. Ook dat kan. Kijk naar Sergio Pérez, Alexander Albon en Lance Stroll: niet altijd hoogvliegers in de juniorklassen, maar prima Formule 1-coureurs. Ik noem bewust geen Charles Leclerc, Lewis Hamilton of Max Verstappen, want niet iedere coureur hoeft van dat kaliber te zijn – dat zijn er ook maar weinig.

Schumacher testte in 2019 al eens voor Alfa Romeo.

Het is verder zeker niet zo dat Schumacher met alle hulp van boven in een Ferrari-zitje wordt geparachuteerd. Nee, er is door Ferrari naar alle waarschijnlijkheid een stoeltje bij Alfa Romeo voor hem geoormerkt, waar hij in relatieve rust kan rijpen. Voorganger Antonio Giovinazzi – de 26-jarige Italiaan wordt ongetwijfeld kind van de rekening – heeft twee jaar de kans gekregen, maar niet genoeg laten zien. Dat hij wordt vervangen door de nog volop in ontwikkeling zijnde én commercieel interessante Schumacher, mag geen verrassing heten. Goed voor de sport, ook.

Want ja, natuurlijk helpt zijn achternaam mee, maar daar kan Mick ook niks aan doen. Nouja, hij kan net als in zijn karttijd onder een valse naam rijden, maar daar trapt niemand in. Had zich eind 2020 echter een 21-jarige jongeling genaamd Mick Betsch aangediend met een Formule 3-titel en misschien eentje in de Formule 2 op zak, dan had ie zeker een kans verdiend. Dus waarom zou dat nu anders zijn omdat hij Schumacher heet? Laat het maar zien, knul.

Lees ook: ‘F2-klassering sleutel tot F1-debuut voor Mick Schumacher in 2021’