De zomerstop is begonnen, tijd om de tussenrapporten op te maken na de eerste seizoenshelft. Het tweede team op ons lijstje is McLaren. Het Britse team met zijn rijke Formule 1-geschiedenis en acht constructeurstitels op zak heeft het dit jaar moeilijk.

De voorlaatste plaats in het kampioenschap is niet waar McLaren zich graag had willen zien, halverwege het seizoen. Maar het is op dit moment niet anders. Het team kampt vanaf de eerste race met problemen die worden veroorzaakt door de Honda-motor.

Jenson Button heeft dit seizoen plaats gemaakt voor Stoffel Vandoorne, die vorig jaar met een indrukwekkende invalbeurt een goede indruk achter liet bij McLaren. De jonge Belg neemt plaats naast de ervaren Fernando Alonso.

DNF
Veel geluk heeft het sterrenteam niet. Na de eerste tests in Barcelona voorafgaand aan het seizoen blijkt McLaren niet op het gewenste niveau te zitten, zegt teambaas Eric Boullier. En dat is ook pijnlijk duidelijk in de eerste races. Fernando Alonso komt de eerste drie races niet aan de finish, door de onbetrouwbare Honda-motor, vervolgens lukt het McLaren de vierde race zijn auto niet eens aan de startlijn te krijgen. Het overzicht van beide coureurs wemelt met de afkorting DNF (did not finish, oftewel uitgevallen)Alonso rijdt maar drie (!) van de elf races helemaal uit. Teamgenoot Vandoorne weet het auto iets vaker over de eindstreep te krijgen, hij is tot nu toe zeven keer aan de finish gekomen.

Door de vele uitvalbeurten twijfelt McLaren over voortzetting van de samenwerking met motorleverancier Honda. De motoren zijn te onbetrouwbaar en weten het team niet naar de overwinningen te brengen, waar ze zo naar smachten. De ambitieuze Alonso zoekt een uitweg, en die krijgt hij van McLaren: de Indy 500.

In Oostenrijk is het niet de motor die voor een DNF zorgt bij Fernando Alonso, maar ’torpedo’ Daniil Kvyat.

Buttons invalbeurt
De Indy 500 valt echter samen met de Grand Prix van Monaco. Alonso lijkt in Indianapolis opgelucht te zijn eindelijk weer eens in een auto te zitten die de overwinning kan behalen. Hij laat een goede indruk achter als oval-rookie door zich op een vijfde plek te kwalificeren en lang vooraan het veld mee te strijden. Maar helaas slaat de Honda-vloek weer toe en kan hij de race niet uitrijden door motorproblemen.

Ondertussen keert in Monaco Jenson Button eenmalig terug in de MCL32. Dankzij een sterke kwalificatie zou Button eigenlijk vanaf een negende plek mogen starten, maar door de vele onderdelen die McLaren aan de auto moet vervangen start de Brit uiteindelijk vanuit de pitstraat. Button rijdt een moeizame race die eindigt in een crash, wanneer hij vlak voor de tunnel  met een radicale actie Pascal Wehrlein voorbij probeert te komen.

‘Als McLaren niet begint te winnen, vertrek ik’
Volledig opgeleefd door zijn nieuwe ervaring van de Indy 500 komt Alonso terug bij McLaren in Canada. Hij heeft de geur van overwinning geroken en wil meer. Drie maanden geeft hij het team om zich te verbeteren anders gaat hij op zoek naar een nieuwe werkgever.

En ook McLaren blijft schipperen met Honda, blijven zij partners of splitsen de wegen hier. McLaren-directeur Zak Brown probeert de boel bij elkaar te houden, maar vreest toch dat de twee een kruispunt naderen. Halverwege het seizoen is nog steeds onduidelijk of McLaren volgend jaar met de Honda motoren blijft racen, of dat er een andere krachtbron aan te pas komt.

McLarens ceo Zak Brown en Honda-topman Yusuke Hasegawa

Geluk op de Hungaroring
Het geluk komt pas McLarens kant op in de laatste race voor de zomerstop, op de Hungaroring. Voor het eerst dit seizoen pakt het team met beide auto’s punten, waarmee het van de tiende naar de negende plek klimt. De dubbele puntenfinish voelt als een doelpunt voor de rust, zegt managing director Jonathan Neale opgelucht.

Stoffel Vandoorne haalt zijn eerste punt van het seizoen binnen. Zijn seizoen valt tot dusver tegen, zeker in vergelijking met zijn succesvolle debuutrace in Bahrein vorig jaar. Hij staat in de schaduw van Fernando Alonso, een persoonlijkheid die zelfs wanneer het tegenzit nog de aandacht naar zich toe weet te trekken, bijvoorbeeld met uitspraken als “ik heb nog nooit van mijn leven in zo’n trage auto gereden.”

Niet helemaal de publiciteit waar McLaren op zit te wachten, maar er gloort een sprankje hoop. Dankzij het sterke chassis weet het team zijn snelheid te vinden op de korte bochtige Hungaroring. Ook bij Honda lijkt vooruitgang geboekt te zijn, de laatste vijf races heeft Vandoorne de finish gehaald. Alonso kent, mede doordat hij meer risico’s neemt, minder geluk. Maar als McLaren zich na de zomerstop kan blijven verbeteren, kan het zijn kopman mogelijk aan boord houden.