De Grand Prix van Maleisië heeft een bemoedigend effect gehad op Vitantonio Liuzzi, die potentieel ziet bij HRT: “We kunnen het gat naar onze rivalen dichten.”

Liuzzi mocht namens HRT niet meedoen aan de Grand Prix van Australië omdat hij buiten de 107-procentnorm viel, maar wist zich in Sepang wel te kwalificeren en het tot tien ronden voor het einde vol te houden, waarna hij zijn F111 uit voorzorg aan de kant moest parkeren.

In zijn column voor ESPNF1 schrijft Liuzzi het volgende over hoe hij nu tegen de situatie bij HRT aan kijkt: “Het valt niet te ontkennen dat we nog veel werk te doen hebben en we ons op een aantal vlakken moeten verbeteren”, stelt hij allereerst.

“De achterzijde van de auto is het grootste zorgenkindje”, legt de Italiaan de vinger op de zere plek, waarna hij nog een aantal andere verbeterpunten noemt: “We moeten het meeste uit de banden leren te halen, alsook de aerodynamica verbeteren en de auto op mechanisch vlak beter begrijpen.”

Toch zijn er ook genoeg punten waarop de F111 wel sterk is, zo betoogt Liuzzi. “De balans van de auto is an sich niet slecht, terwijl de motor het heel goed doet en er ook nog wat andere sterke punten zijn.”

“Er is dus zeker wel potentieel”, benadrukt de dertigjarige coureur. “Het gaat er nu om dat we genoeg kilometers kunnen maken en dan met oog op de toekomst de juiste weg inslaan.”

“We hebben een paar kleine updates paraat voor in China, maar de meeste nieuwe onderdelen zullen we in Turkije pas brengen, dus daar moeten we het gat met onze rivalen kunnen dichten.”

“Ik zat in de kwalificatie namelijk maar een halve seconde achter de Virgin van Jérôme d’Ambrosio, hetgeen onze huidige vorm denk ik wel aardig reflecteert. Ik had misschien zelfs nog wel een paar tienden sneller kunnen gaan, dus we zijn bij HRT best wel tevreden over waar we staan. We hebben laten zien dat we een goede kans hebben om het verschil op korte termijn goed te maken.”