McLarens managing director Jonathan Neale beseft dat zijn team er – ondanks de goede start in Australië – nog niet is: “We zijn pas tevreden met de auto als we vooraan de grid staat.”

McLaren presteerde slecht tijdens de wintertests, maar profileerde zich dankzij een ingrijpende update aan de MP4-26 in Melbourne alsnog als het op één na sterkste team, op gepaste afstand van toonzetter Red Bull.

Neale is dan ook tevreden met het harde werk dat er op de fabriek in Woking is verzet, al erkent hij tegelijkertijd dat McLaren nog niet helemaal tevreden is: “Er is nog aardig wat werk te doen”, spreekt hij in interview met Autosport. “Het is duidelijk dat we niet over de snelste bolide van allemaal beschikken, maar we gaan er de komende races alles aan doen om er voor te zorgen dat Lewis Hamilton en Jenson Button de kans hebben zich op de eerste startrij te kwalificeren.”

“De start van het jaar wa goed en we hebben veel zelfvertrouwen overgehouden aan de race in Melbourne, maar we zijn pas tevreden als we vooraan de grid staan”, onderschrijft Neale het officieuze motto van McLaren dat alleen het beste goed genoeg is.

De managing director wil verder niet uitweiden over de ontwikkelingen die McLaren nog in de pijplijn heeft en op welke vlakken van de auto men zich richt: “Maar ik kan wel zeggen dat er, net zoals in de meeste jaren, verschillende zaken zijn waar we ons mee bezig houden. Er zijn ook dit seizoen bovendien weer teams die met een aantal ludieke vindingen op de proppen zijn gekomen, dus daar kijken we ook goed naar.”

Neale benadrukt echter dat men er bij McLaren terdege van op de hoogte is dat de concurrentie evenmin stil zit. “Van Ferrari en Mercedes hebben we het beste bijvoorbeeld nog niet gezien”, stelt hij. “Ik weet zeker dat die teams nog meer mogelijkheden hebben.”