Bernie Ecclestone verklaarde in euforische roes vanwege het slagen van de eerste nachtrace dat het hem wel wat leek om het huzarenstukje ook in Japan te introduceren. Maar ik betwijfel of het land van de rijzende zon daar wel zo geschikt voor is.Het is altijd weer een cultuurschok als je net in Japan bent. De mensen zijn uiterst beleefd, proper en bescheiden. De vis en sushi smaken nergens beter en de Harajuku-girls zijn een genot om naar te kijken. De mensen zitten echter in zo’n strak keurslijf, dat hun excessen daardoor ook extremer zijn.

Niet zo gek, als je je realiseert hoe hun leven er uitziet. In feite draait het allemaal om het werk. Dagelijks is het in de grote steden een komen en gaan van een grote grijze massa kantoormensen, die allemaal op dezelfde wijze op een kantoor werken, op dezelfde wijze in een grijs pak gekleed zijn en op dezelfde wijze gekapt gaan (kortgeknipt met een scheiding aan één kant). Ze werken bovendien van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Eén van de redenen waarom veel Japanners tot laat op kantoor blijven is omdat het onbeleefd is om eerder dan de baas naar huis te gaan.

Officieel kent Japan sinds 1997 een veertigurige werkweek, maar in de praktijk is zestig uur meer regel dan uitzondering. Eén van de ongeschreven regels die daarbij gehanteerd wordt is dat men zo lang het licht is niet naar huis gaat. Want – heel verrassend – dat is onbeleefd en niet gepast. Voor de stugge volhouders zijn er nu bedrijven die een timer op hun lichtinstallatie hebben geplaatst. Door het licht simpelweg uit te doen, dwingen ze hun werknemers naar huis te gaan.

Helaas is er in Japan, evenals in Zuid-Korea, een fenomeen dat als karôshi bekend staat en letterlijk ‘dood door overwerk’ betekent. De lange werkweken, korte vakanties (vaak maar 10 dagen per jaar) en vaak hoge werkdruk kunnen daar toe leiden. Officiële instanties spreken van 60 tot 100 gevallen per jaar, maar naar verluidt proberen ze daarmee de werkelijkheid te maskeren en gaat het om het schrijnende aantal van 10.000 gevallen per jaar. Vorig jaar moest de rechtbank er aan te pas om te komen om te oordelen of een werknemer van Toyota inderdaad was overleden als gevolg van het vele overwerk. De rechter achtte bewezen dat de 30-jarige man aan hartfalen was overleden, nadat hij in de maand voor zijn dood 106 uur had overgewerkt.

Het geeft ook meteen het probleem weer dat de Japanse overheid heeft nu zij opnieuw overweegt de zomertijd in te voeren. Japan kende alleen van 1948 tot 1951 (van mei tot september) zomertijd. Daarmee is Japan momenteel het enige industriële land dat geen zomer en wintertijd hanteert. De gedachte om toch Daylight Saving Time in te stellen is uit economische en milieu-overwegingen. Voorstanders stellen dat men van de zomertijd meer profijt dan schade heeft, waarbij men vooral energiereductie aanhaalt als voordeel. Wat de overheid doet twijfelen, is het arbeidsethos van het Japanse volk. Dat werkt nu al zo hard – de werknemers zijn al amper thuis en dat wordt alleen maar erger als het langer licht is en er dus – volgens de ongeschreven regels – langer gewerkt dient te worden.

Kun je je voorstellen wat er gebeurt als Bernie Ecclestone op Fuji een nachtrace organiseert? Alles en iedereen die maar een steentje bijdraagt aan de race, zal amper aan slapen toekomen, omdat ze bij het ochtendgloren alweer aan het werk moeten. En daar komt het karôshi-spook om de hoek kijken. Een nachtrace is leuk, maar niet ten koste van alles.