Spionage in de Formule 1 is zo oud als de weg van Rome. Op het spionageschandaal van McLaren werd door de Formule 1 verontwaardigd en schijnheilig gereageerd, terwijl elk team zich aan die praktijken schuldig maakt. In Istanbul werd ik er per ongeluk deelgenoot van.De paddock is hier zo groot en onpersoonlijk dat de fotograaf in kwestie zich onbespied waande, toen hij zijn opdracht voor die dag doorkreeg. De fotograaf, vanaf nu Mister X geheten – lekker mysterieus – kreeg via een sms de opdracht van zijn werkgever: Team A. Of hij de versnellingsbak en achterwielophanging van Red Bull wilde fotograferen. Hij herhaalde de opdracht hardop, diep zuchtend. Zou de economische recessie hem drijven tot dit soort oneerbiedige praktijken?

Mister X is in dienst bij Team A, als officiële teamfotograaf. Elke Grand Prix maakt hij voornamelijk van dat team foto’s en met sponsoractiviteiten en het aansnijden van taart als één van de coureurs jarig is, is hij de aangewezen man om plaatjes te schieten. Vrijwel elk team heeft wel zo’n overeenkomst, al dan niet met een specifieke fotograaf dan wel een fotopersbureau.

Des te opvallender dat Mister X zich de laatste tijd voornamelijk bij de garages van de topteams verschranst. Die renstallen zijn zich daar natuurlijk van bewust en dus moet het fotograferen van de specifieke onderdelen zo onopvallend mogelijk gedaan worden. Tijdens de GP2-race bijvoorbeeld. Doen alsof je een meetrekker maakt, terwijl je stiekem inzoomt op de auto in de pitbox.

Maar de teams hebben wat bedacht om het spioneren tegen te gaan. Ze geven nu hun fotograaf de opdracht om zijn eigen team te bespioneren. Op die manier hopen ze inzicht te krijgen in wat de andere teams zien als ze hun spion op hun renstal afsturen – en kunnen ze de boel in de toekomst beter afschermen. Wat een gedoe. Maar kennelijk eenvoudiger dan zelf het wiel uit te vinden.