Giedo van der Garde sleepte met de veertiende plaats in de Grand Prix van Hongarije zijn beste resultaat van het seizoen in de wacht. Bovendien had hij geen kind aan teamgenoot Charles Pic en de Marussia-coureurs.

Niet zo verwonderlijk dus, dat de Nederlander na afloop euforisch was. “Ik ben heel tevreden met deze race. Het was mijn beste race van het jaar en het is geweldig om vlak voor de vakantie zo’n resultaat te boeken”, vertelt Van der Garde. “Dit bewijst dat ons plan voor dit jaar, het leren en elke race beter worden, werkt.”

“Mijn starts gaan dit jaar goed en hier was dat niet anders. Ik reed na de openingsronde voor Bottas en kon de auto’s voor mij tot de eerste stop, waarbij ik overstapte op de harde band, volgen. De auto voelde toen goed aan en ik ging goed om met de banden. Tot mijn tweede stop liep ik in op de Williams voor mij.”

“Vandaag was het mijn doel om al mijn naaste rivalen te verslaan. Halverwege de race begon ik mijn voorsprong te consolideren. De blauwe vlaggen helpen daarbij niet. Met het ene oog focus je je op de volgende bocht en de andere kijkt in de spiegel. Daar moet je mee om leren gaan.”

“Na mijn derde stop reed ik vijf seconden voor Charles. Ik wist dat ik nog 26 ronden op mijn setje banden moest doen. Dat mij dat is gelukt, bewijst dat ik beter worden in de tire management. De mix van een goede strategie en een degelijke prestatie in de auto zorgen ervoor dat dit mijn beste dag is als Formule 1-coureur.”

Charles Pic

Teamgenoot Charles Pic kon Van der Garde niet bijhouden. “Ik begon op zachte banden met een tweestopsstrategie op de planning”, vertelt de Fransman. “Na de eerste ronde reed ik pal achter Bottas en mijn teamgenoot reed voor hem. Aanvankelijk zou ik na tien ronden binnenkomen, maar het ging zo goed dat ik pas na dertien ronden de pits opzocht.”

“Daarna kwam ik terecht achter Jules Bianchi en Max Chilton. Ik kon hen inhalen en daarna liep ik in op Giedo. Na mijn tweede stop moest ik het nog 32 ronden volhouden op de harde band. Dat deed ik zo goed mogelijk, maar meer dan dat kon ik niet doen.”