Sebastian Vettel moest vandaag lijdzaam toezien hoe Lewis Hamilton uit het zicht verdween. Die kwam wel langs Jenson Button, en hijzelf niet. Vervolgens was daar plotseling ook nog Kimi Räikkönen, die met een afwijkende strategie voor de drievoudig kampioen terecht kwam. Echt blij was Vettel dus niet na afloop.

En tijdens de Grand Prix van Hongarije overigens ook niet. Het gezeur over de boordradio dat Räikkönen hem tijdens het gevecht in de slotfase niet genoeg ruimte zou gunnen was  in ieder geval een beetje ridicuul. Iets dat Vettel na afloop eigenlijk ook wel doorhad, toen hij er op het podium naar werd gevraagd.

“Het was prima, hij gaf genoeg ruimte. Ik verloor alleen bijna de controle, maar dit soort dingen horen bij het racen”, aldus Vettel. “Het was niet mijn beste race. Ik startte slecht, maar behield toch mijn tweede plaats. Mijn achterbanden sleten snel dus ik verloor terrein op Hamilton.”

“Na mijn pitstop kwam ik terecht achter Jenson Button en dat was een cruciaal moment in de wedstrijd”, erkent Vettel. Inderdaad. Waar Hamilton Button binnen de kortste keren had verschalkt, zonder dat de regie dat cruciale moment oppikte, beet Vettel zich stuk op de McLaren. Letterlijk en figuurlijk, want hij beschadigde zijn voorvleugel na een mislukte inhaalactie.

“Iets later kwam ik er eindelijk langs en probeerde ik mezelf terug te vechten in de wedstrijd. Ik had nog een gaaf duel met Kimi”, aldus Vettel, die daarin het onderspit delfde en iets van zijn voorsprong in het kampioenschap op Räikkönen nu dus kwijt is.