Nu 2022 teneinde loopt, selecteert FORMULE 1 Magazine de beste verhalen van het jaar, gratis en voor niets te lezen op Formule1.nl tijdens de aankomende feestdagen.

Klik hier voor de andere verhalen uit de Best of ’22-serie

Het is een rijdende tijdmachine: wie door de deur van Zak Browns oldskool McLaren-motorhome stapt, waant zich in de jaren zeventig. Bijvoorbeeld bij de Long Beach Grand Prix, terwijl de geur van motorolie en verbrand rubber door de raampjes naar binnen dringt en zich mengt met de onmiskenbare geur van oud tapijt en geoliede lambrisering.

Toegegeven, het zullen geen écht harde jaren zijn die door de decennia heen in het tapijt en de rest van het interieur zijn gaan zitten, want volgens Brown zijn ‘alle stoelen en bedden nog in originele staat’. “En in goede staat ook, zoals je ook wel van McLaren zou verwachten”, vertelt hij trots, al heeft het motorhome wel een flinke mechanische onderhoudsbeurt gekregen die niet goedkoop was. Brown heeft, zegt hij, ‘meer uitgegeven aan het restaureren en conserveren’ van de Ford Condor II Motorcoach uit 1972, dan de aanschaf zelf.

Daarover later meer, maar eerst nóg een kleine bekentenis: we moeten het zelf met de foto’s doen, want we spreken Brown helaas op één van Formule 1’s klinische moderne ‘Tilkedromes’, in plaats van een van de klassieke Amerikaanse circuits waar ‘The Condor’ in vervlogen tijden neerstreek en dat nu dankzij Brown weer doet. In de jaren zeventig tot ‘ongeveer 1980’, memoreert Brown, behoorde het motorhome toe aan de toenmalig topman van McLaren Engines, die het in opdracht en naar wens had laten maken. “Ik geloof dat zijn naam William Smith was”, doelt Brown op de inmiddels overleden ex-coureur en voormalige bobo die volgens McLarens eigen archief Bill Smith Jr. heette.
(tekst loopt door onder de foto)

Het logo van ‘The Condor’ van Zak Brown. Foto: McLaren.

Het is, hoe dan ook, dus niet zomaar een camper, en zeker niet voor Brown. Officieel staat er immers chief executive of McLaren Racing op Browns visitekaartje, maar hij is daarnaast nog iets behalve een autosportliefhebber: een ontzettende nerd voor autosportgeschiedenis. “En met name die van McLaren, natuurlijk.” Hij beschikt immers ook over een zeer indrukwekkende privécollectie vol bolides. Met meerdere winnende McLarens, waaronder van Ayrton Senna en Mika Häkkinen.

Lees ook: Brown: ‘2022 was geen saai seizoen, ondanks Verstappen-dominantie’

Pronken

Tussen zulk Formule 1-geweld valt het historische motorhome misschien een beetje uit de toon, maar Brown bewaart het in tegenstelling tot al zijn auto’s met eeuwigheidswaarde dan ook niet in de goedgevulde hallen van zijn endurance-raceteam United Autosport in Engeland. Nee, hij heeft het aan de andere kant van de oceaan in gebruik en neemt het motorhome tegenwoordig mee naar menig Indycar-race, nu McLaren weer in die klasse vertegenwoordigd is. Zo pronkt het motorhome op de parkeerplaats van circuits als de Indianapolis Motor Speedway, Long Beach en Laguna Seca. Althans, pronken… Tussen de paddockpaleizen van de Penske’s, Ganassi’s en Andretti’s valt Browns ouderwetse onderkomen alsnog uit de toon, lacht hij. “Iedereen heeft daar miljoenen kostende dubbeldeksmotorhomes, en dan staat mijn Ford Condor uit de jaren zeventig daar tussen, hahaha.”

Hoewel Browns focus vooral op de Formule 1 ligt, bezoekt hij ook elk jaar een aantal Indycar-races. “Ik doe al mijn meetings dan in het motorhome, ik gebruik het als kantoor.” Het is compleet functioneel, zelfs comfortabel. “Ik heb de airconditioning en ijskast laten vervangen”, vervolgt Brown, verwijzend naar hoe het bij races in het Amerikaanse zuiden anders zweten zou zijn. Het restaureren ging echter nog wel wat verder dan dat. Mechanisch is de RV, zoals ze dat in Amerika noemen, voor recreational vehicle, zoals gezegd compleet onder handen genomen. “Dat heeft ongeveer zes maanden gekost.” En meer dan de koop zelf, dus.

Daarover gesproken: we willen niet onbeleefd zijn, maar moeten we qua prijskaartje eerder aan een nieuwe Toyota Corolla of exotische McLaren-supercar denken? “Nee, nee, zo duur was het niet hoor. Ik weet niet meer precies wat ik ervoor heb neergelegd, maar dat staat wel online. Ik denk iets van vijftigduizend, en dan de restauratiekosten nog. Ik heb er, denk ik, meer ingestopt dan dat het waard is. Maar als fan en verzamelaar van autosportmemorabilia en McLaren in het bijzonder, is dat het míj waard.” Na een korte pauze. “Elke cent.”
(tekst loopt door onder de foto)

De Ford Condor II Motorcoach uit 1972 van Zak Brown. Foto: McLaren.

Verborgen schatten

Het motorhome komt dus uit ’72, Brown is zelf een jaartje ouder. Toch is het niet zo dat hij het bijvoorbeeld vroeger op tv of in de toen zeldzame autosportbladen zag staan en er zo verliefd op is geworden. Hoe Brown eraan is gekomen, is een moderner verhaal. “Via een bekende veilingwebsite, bringatrailer.com”, verwijst hij naar dit digitale mekka voor de verkoop van klassieke en anderzijds bijzondere (race)auto’s en aanverwante zaken. “Een van mijn vrienden stuurde me de link. Toen ik het zag, dacht ik gelijk: dit moet ik kopen.” Met wat boerenverstand besloot Brown echter niet zelf te bieden. “Dat heb ik een vriend laten doen, want wie weet hoe hoog de prijs zou oplopen als mensen zagen dat ik zou bieden? Ik wilde hem natuurlijk koste wat het kost kopen, maar daar niet mee te koop lopen.”

De Ford Condor ging uiteindelijk voor 32.500 dollar onder de hamer. Dat Brown het over zo’n vijftigduizend heeft, komt omdat er bovenop het winnende bod natuurlijk nog opgeld zit, voor zaken als de veilingkosten. “Het was leuk, want er werd flink op geboden. Toen het eindelijk gedaan was, werd er ook nog op de site over gesproken en zei mijn vriend: tsja, je kon het natuurlijk nooit winnen van de McLaren-CEO’. Zo is dat een beetje het verhaal geworden op bringatrailer. Het was good fun.”

Brown kreeg ook nog een soort verborgen, historische schat op de koop toe. In de camper lagen namelijk nog allemaal paperassen. “Zo hebben we door ‘The Condor’ zelf dus veel over de geschiedenis geleerd. Dit motorhome is bij de Long Beach Formule 1-Grand Prix geweest, bij Indycar-races en kampioenschappen als IMSA en CAN-AM”, lichten zijn ogen op. “Er zijn foto’s van Peter Revson, Mark Donohue en Roger Penske met het motorhome”, lepelt Brown legendes uit de Amerikaanse autosportgeschiedenis op. “Het is gewoon een geweldig stuk geschiedenis.” Met een zucht: “Als deze muren konden praten…”

Lees ook: McLaren-baas geeft toe: ‘Vochten gedurende 2020 om te overleven’

Nostalgisch

Nog voor de door Brown betaalde servicebeurt, maakte het McLaren-motorhome enkele weken na de veiling een comeback in de paddock bij de Indy 500 van 2020. Net als vroeger, toen het als hospitality-voertuig diende, zwaaide de deur open voor een aantal grote namen. Daaronder natuurlijk Pato O’Ward, McLarens stercoureur in de Indycars, en Fernando Alonso, die in 2020 de Indy 500 voor McLaren reed. Brown bracht ook de geschiedenis opnieuw tot leven door, in 2021, Roger Penske andermaal te ontvangen. “Iedereen vindt het very cool”, kan hij een glimlach weer niet onderdrukken. “Er zijn sowieso veel mensen uit de paddock naar me toe gekomen met foto’s van vroeger, of om er nu foto’s van te maken.”
(tekst loopt door onder de foto’s. Klik op een foto om te vergroten!)

Het nostalgische gevoel dat het mobiele museumstuk oproept, is ook iets wat Brown mist in de moderne racerij, op moderne circuits, erkent hij. Hoewel Indycar meer oldskool is dan de Formule 1, is ook die klasse natuurlijk niet in de jaren zeventig blijven hangen en gewoon 21e-eeuws. “Daarom hou ik ook zo van racen met historische auto’s.” Het grappige, mijmert Brown: “Als je in het moment leeft, voelt iets nooit historisch. Dat was in 1972 niet anders. Maar als we over twintig jaar terugkijken op bijvoorbeeld 2021, wat natuurlijk een historisch Formule 1-jaar was, weet ik zeker dat we dan eenzelfde gevoel bij de autosport van nu hebben.”

Klokje rond

Ondanks zijn liefde voor autosportgeschiedenis én klassieke raceauto’s, heeft Brown zelf nog niet met de Ford Condor gereden. “Ik heb hem wel gestart – hij startte gelijk de eerste keer, zonder problemen.” Een chauffeur rijdt het motorhome echter rond richting de races, wat natuurlijk ook een praktische reden heeft, want Brown is een druk man. “De chauffeur zegt dat hij perfect rijdt.” Door die gereviseerde motor, natuurlijk. Toen Brown de camper kocht, stond er 13.000 mijl op de teller – met de kanttekening dat die in vijftig jaar tijd vermoedelijk is doorgedraaid. “Hij is inderdaad waarschijnlijk wel het klokje rond geweest”, grijnst Brown. En echt zuinig is de V8 met drie versnellingen ook niet. “Zeker niet.”

Het benzinebonnetje tikt Brown echter ook met plezier af. Net als voor zijn verzameling raceauto’s geldt immers zijn stelregel: je moet geschiedenis beschermen en behouden, maar ook in leven houden. Voor Brown komen de werelden van het heden en verleden zo samen. Net als tegenwoordig voor McLaren geldt, nu het sinds 2020 – na meer dan veertig jaar afwezigheid – weer een eigen Indycar-team heeft. En als Brown erbij is, is zijn motorhome dat ook. Als levende herinnering en rijdende tijdmachine.

Brown (rechts) in gesprek met links de Amerikaanse autosportlegende Mario Andretti en in het midden drievoudig Indy 500-winnaar Johnny Rutherford. Foto: YouTube/McLaren.