Bernie Ecclestone heeft de rechtszaak die in Duitsland tegen hem speelde wegens vermeende omkoping geschikt voor een bedrag van ongeveer 75 miljoen euro.

De Duitse staat had een zaak aangespannen tegen Ecclestone wegens het vermeend omkopen van bankier Gerhard Gribkowsky ten tijde van de verkoop van de Formule 1-rechten aan – uiteindelijk – CVC Capital gedurende 2005 en 2006.

Gribkowsky was destijds werkzaam voor de Bayerische Landesbank, dat de verkoop afhandelde. Volgens de verkopende partijen werden de Formule 1-rechten destijds voor een te laag bedrag verkocht aan het Ecclestone gunstig gezinde CVC, door toedoen van Gribkowsky.

De Duitse staat begon vervolgens een zaak tegen Eccleston. Ecclestone heeft de zaak nu echter geschikt met de staat, die de aanklacht heeft ingetrokken, hetgeen ook officieel is goedgekeurd door de rechtbank, die de zaak heeft laten vallen.

Ecclestone’s advocaat Sven Thomas vertelt hierbij aan The Independent dat de rechtbank ook geen vonnis heeft uitgesproken, waardoor zijn cliënt dus ook niet schuldig is verklaard aan de vermeende omkoping. “Mijn cliënt wordt dus nog altijd als onschuldig verondersteld.”

Volgens Thomas heeft Ecclestone – die altijd heeft volgehouden dat hij werd gechanteerd door Gribkowsky – besloten te schikken omdat hij de zaak ‘erg hinderlijk vond’, zoals Ecclestone eerder dit jaar ook al zelf verklaarde.

Een andere reden om te schikken, meldt Thomas, was het ‘vermijden van het risico van een veroordeling’. “Want dat is altijd een risico, en nu hebben we bovendien voorkomen dat de zaak nog maanden duurt en gelijk voor een soort van vrijspraak gezorgd.”

Met de schikking tussen Ecclestone en de staat lijkt de zaak nu definitief gesloten. Er is zoals gezegd een bedrag van 75 miljoen euro gemoeid met de schikking, en Ecclestone heeft de staat voorgesteld dat maar voor de aanleg van een nieuw circuit te gebruiken.