Na zijn spectaculaire kwalificatie op Spa-Francorchamps stond het eigenlijk al vast: Michael Schumacher zou niet lang bij Jordan blijven. Hij zit de volgende race al in een Benetton. De eerste punten volgen direct, de eerste zege een jaar later – en ook op de eerste titel is het niet lang wachten.

Door: Nando Boers.

Deel 1 van deze terugblik (‘De beginjaren: van Kerpen naar Spa’) lees je hier.

Maandag 26 augustus, 1991. Acht uur ’s ochtends. De dag na Schumachers overdonderende debuutweekend op Spa. Zijn manager Willi Weber heeft een afspraak met Benetton-teambaas Flavio Briatore. Makkelijk gaat het niet, maar er is speelruimte in Schumachers Jordan-deal. Twee weken na Spa en dagen intensief onderhandelen (lees: ruziën) tussen advocaten, zit Schumacher alweer in een andere auto – een Benetton. Mede op aandringen van Bernie Ecclestone, de kleine grote man van de Formule 1 die eindelijk heeft waar hij al jaren op aast: een snelle Duitser, nu bij een topteam.

Schumacher (links) geeft teamgenoot Piquet in hun paar races samen stof tot nadenken.

Ook in andere kleuren laat Schumacher zich, ditmaal op Monza, gelijk gelden. Hij kwalificeert zich weer als zevende, maar finisht nu als vijfde. De eerste punten zijn binnen en Schumacher laat zien een ijskonijn te zijn door zich niets aan te trekken van alle rumoer. Hij finisht ook voor teamgenoot Nelson Piquet, de drievoudig wereldkampioen die na slechts vijf races naast Schumacher de voor hem overduidelijke conclusie trekt door te stoppen: zijn tijd is geweest.

Senna en Schumacher stevenen op een onvermijdelijke tweestrijd af

Met Benetton zijn titels die eerste jaren buiten bereik. Maar de gevechten tussen Schumacher en Ayrton Senna – die met alle respect voor andere toppers als Alain Prost en Nigel Mansell toch boven alle rijders is verheven – geven glans aan kampioenschappen die relatief makkelijk prooi zijn voor diezelfde Mansell en Prost met het dominante Williams. Senna en Schumacher dagen elkaar uit, bekritiseren elkaar, vliegen elkaar naar de strot (Senna bij Schumacher na een akkefietje tijdens een testsessie) en bevechten elkaar op de baan. Met Benetton in de lift en Senna die in 1994 naar Williams overstapt om Prost te vervangen, is vanaf de eerste race van dat jaar duidelijk dat het WK een tweestrijd wordt: Senna – Schumacher.

Die tweestrijd duurt slechts twee races. In São Paulo dwingt Schumacher Senna over de limiet. Senna spint, Schumacher wint. Op het Japanse Aïda ramt Mika Häkkinen Senna uit de wedstrijd, Schumacher wint opnieuw. In Imola vertrekt Senna voor de zoveelste keer van poleposition en leidt de wedstrijd, voor Schumacher. Maar dan gaat het mis. Senna crasht in de Tamburello en overlijdt later in het ziekenhuis van Bologna.
(tekst loopt door onder de foto)

Senna en Schumacher op zondag 1 mei, 1994, enkele uren voor de start van de race op Imola.

De Formule 1-wereld verkeert in shock. Schumacher staat vrolijk op het podium, maar schijnt in Benettons motorhome gehuild te hebben. Hij ontbreekt op Senna’s begrafenis, wat zijn zich vormende reputatie arrogant en afstandelijk te zijn alleen maar bevestigt. Hij doet er weinig aan het tegendeel te bewijzen, als dat al zin heeft: Schumacher wordt een steeds grotere ster, maar moet zich afschermen tegen hordes fans en de veeleisende media. Er komt een steeds grotere muur van glas om hem heen.

Schumacher krijgt de reputatie arrogant en afstandelijk te zijn, meedogenloos ook

Schumacher en Hill vlak voor de beslissende botsing in Adelaide.

1994 is behalve het jaar van de dood van Senna ook dat van de controverses rond Benetton en Schumacher. Schumacher negeert een zwarte vlag in Engeland, wordt gediskwalificeerd en twee races geschorst. Ook in België wordt hij gediskwalificeerd. Het geeft Damon Hill, bij Williams ineens tot kopman gebombardeerd, kans terug te komen in de titelstrijd. In de laatste, beslissende race botst Schumacher met Hill. Opzet of niet: Hill, die een punt achterstand heeft, is het slachtoffer. Benetton en Schumacher winnen hun eerste titel.

Schumacher heet vanaf dat moment meedogenloos te zijn, al heeft hij er in 1995 genoeg aan louter onverstoorbaar te zijn: met negen overwinningen wordt Schumacher twee races voor het eind wereldkampioen. Twee keer gaan Hill en Schumacher samen van de baan, twee keer is dat Hills fout. Met zijn tweede titel neemt Schumacher in stijl afscheid van Benetton, want hij heeft gehoor gegeven aan de lokroep van het roemruchte, maar al jaren zwalkende Ferrari. Het is de belangrijkste beslissing uit zijn carrière: Schumacher rijdt vanaf 1996 in het rood.

Schumacher verdedigt het nummer 1 in 1995 met succes met Benetton en neemt het daarna mee naar Ferrari.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in FORMULE 1 nr. 12, 2000. Dit is een aangepaste versie.

Dossier Schumacher
Deel 1 – de beginjaren: van Kerpen naar Spa
Deel 2 – de  Benetton-jaren: van uitdager tot kampioen
Deel 3 – de Ferrari-jaren: van dromen tot domineren
Deel 4 – de Mercedes-jaren: van glanzend zilver tot gewoon grijs