Nog even en de Formule 1-karavaan begint aan een nieuw avontuur als aankomende zondag in Bahrein de lichten uitgaan. FORMULE 1 Magazine blikt terug op de afgelopen 6 seizoensopeners van Max Verstappen met in het vierde deel de seizoensouverture van 2018. De RB14 zou volgens Helmut Marko het beste chassis hebben maar eenmaal in de race zijn er toch probleempjes. Verstappen zet er maar snel een streep onder: “Kan gebeuren, op naar de volgende.”

Max Verstappen is geen groot liefhebber van vliegen, hoewel hij zich binnen Europa meestal comfortabel met een privéjet verplaatst en bij intercontinentale vluchten businessclass reist. De Australische GP in Melbourne, een zit van ruim twintig uur, is voor hem een beproeving. “Dat je veel onderweg bent vind ik een van de minder leuke dingen aan Formule 1”, zegt hij donderdagmiddag tijdens een een-op-eengesprek in Red Bulls onderkomen. “Ik had liever dat alle races binnen twee uur vliegen zouden zijn, want ik hoef niet per se zo veel te reizen. Maar goed, het is nu eenmaal zo. Ik denk dat als je eenmaal gestopt bent met racen, je blij bent dat je niet meer zoveel in een vliegtuig hoeft te zitten.”

Lees ook: Retro Max ’16: Verstappen bijt in Melbourne van zich af na clash met Carlos Sainz

Verstappen kijkt desondanks uit naar de seizoenopening in Melbourne: aangenaam weer, mooie locatie en een relaxte sfeer. Maar hij is vooral benieuwd hoe de Red Bull van 2018, de RB14, er ten opzichte van Mercedes en Ferrari precies voorstaat. Hij heeft wel een idee en is voorzichtig optimistisch, maar naar eigen zeggen vooral realistisch. “Ik denk niet dat we het snelste team zijn, maar er wel dichter bij zitten dan vorig jaar.” Hij hoeft in de aanloop naar de eerste voorstelling Down Under niet te acteren en zijn tong af te bijten, zoals twaalf maanden geleden. Verstappen wist destijds dat de Red Bull RB13 nog heel veel tekortkomingen had, maar hield zich tot de race professioneel op de vlakte.

Foto: Peter van Egmond

Volgens vader Jos is de auto dit jaar echt goed. Red Bulls topman Helmut Marko beweert zelfs zonder blikken of blozen dat de RB14 het beste chassis van het hele veld heeft. Het grote probleem is ook dit jaar dat de motor, geleverd door Renault, niet kan wedijveren met die van de concurrenten Mercedes en Ferrari. Althans, zo luidt de algemene opinie. Maar bij de kwalificatie danst Red Bull op het openingsbal met Verstappen gewoon mee. Een zeldzaam stuurfoutje voorkomt dat hij de tweede plek achter de ongenaakbare Lewis Hamilton in zijn Mercedes bezet, maar de marge met Ferrari lijkt genivelleerd. Verstappen klokt de vierde tijd. Zonde, vindt Marko. “Max heeft het hele weekeinde geen fout gemaakt en dan maakt hij er eentje in de kwalificatie. Dat is niet goed. Het heeft Max een plek op de eerste startrij gekost. Maar de auto is goed”, herhaalt Marko.

Lees ook: Retro Max ’17: Nederlandse kampioensdromen spatten uiteen na koude douche in Melbourne

Alleen niet op de racedag, een etmaal later. Verstappen klaagt over overstuur, dat er iets aan de auto is afgebroken en dat hij kampt met andere schade. De middag eindigt op plaats zes. Hem valt weinig te verwijten, vindt hij. “Dit soort dingen gebeuren. De snelheid was prima, op naar de volgende race.” Het klinkt klinisch en makkelijk, maar Verstappen staat nooit lang stil bij succes of tegenslag. Hij wil meteen verder, denkt alweer aan de volgende klus. Wat geweest is, is geweest. “Ik kijk nooit veel terug”, erkent hij.

Zelfreflectie? “Je denkt weleens over bepaalde dingen na, maar het is niet zo dat ik alle races een voor een bekijk en ga analyseren wat er allemaal goed en fout is gegaan. Dat onthoud je toch wel. Ik doe dat na een race meestal meteen zelf en dan is het ook klaar. Soms kijk ik beelden terug, twee minuutjes of zo. Natuurlijk overzie je na het seizoen alles en denk je: dit had misschien beter of gemakkelijker gekund. Maar dat groeit vanzelf. Ik heb vorig jaar niet echt momenten gehad waarvan ik dacht: dit moet echt anders.”

Foto: Peter van Egmond

Lees ook: Retro Max ’15: Toen Hamilton, Vettel en Ricciardo kennismaakten met ‘hun kleine broertje’

Geen paniek
Voorlopig leeft hij een onbezorgd en voor velen jaloersmakend leven: twintig, miljonair, droombaan, geestelijk en lichamelijk in balans. Natuurlijk is winnen voor hem de essentie, de zin van zijn bestaan, maar hij is zorgenvrij, ook als zaken niet volgens plan verlopen, zoals in Melbourne. “Het maakt me relaxter”, beweert Verstappen. “Eigenlijk ben ik dat mijn hele leven al; ik maak me nooit zo snel ergens druk om. Mijn vader dacht vroeger soms dat ik me iets meer zorgen moest maken, maar ik bleef vaak relaxed onder alles en deed gewoon mijn ding. Ik heb het zwaarste traject in mijn leven al achter de rug: van mijn zevende tot mijn zestiende jaar. Op dat moment ben je met een doel bezig en dat vond ik zwaarder dan nu. Je hebt dan nog niets, nu wel. Daar zit een heel ander soort druk bij.”

Druk die ogenschijnlijk makkelijk van hem af glijdt. Zelden is er stress, nooit is er paniek. Vlak voor of direct na de race is er totale controle. Ook in Melbourne, niet zijn meest memorabele weekeinde. Verstappen is opgeleid en geprogrammeerd om te racen. Afgezien van zijn familie en vrienden is er niets belangrijker; Formule 1 is voor hem een droombestemming. “Ik besef wat voor mooi leven ik heb, maar daar ben ik ook altijd mee bezig geweest sinds ik kind was: dat ik niet van negen tot zes hoefde te werken. Natuurlijk zitten daar veel risico’s aan, maar mijn doel is altijd geweest in de racerij mijn geld te verdienen. Als de Formule 1 niet was gelukt, dan ergens anders.”

Lees ook: Verstappen verlaat Bahrein zonder grote vraagtekens: ‘Tot nu toe is alles positief’

Verstappen doet wat hij leuk vindt en kan veel dingen zelf bepalen. “Dat is wel relaxed. Het leven heeft een wending genomen die ik niet een, twee, drie had verwacht. Je bent vaak onderweg en moet veel reizen, maar kunt nu wel bepalen wat je wilt doen. Niet alleen omdat je financieel onafhankelijk bent”, onderstreept hij. “Maar als coureur zijnde hoef je niet elke dag van negen tot zes op je werk te zijn. Of ik dat zou kunnen?” Hij peinst een seconde en vervolgt dan: “Het is niet zozeer een kwestie van kunnen. Als het moet, dan moet het. Je moet toch aan je geld komen.”